De Oosterscheldekering moet veranderen, maar hoe?

De Oosterscheldekering moet veranderen, maar hoe?
De Oosterscheldekering moet veranderen, maar hoe? © Dick de Kock / Omroep Zeeland Flickr
De Oosterscheldekering moet veranderen, maar hoe?
In de landschapsatlas van de Oosterschelde worden drie scenario's geschetst hoe de kering er in de toekomst uit zou kunnen zien. De modellen zijn vooral bedoeld ter inspiratie.

Model 1: Dezelfde kering met energiebekken

In het eerste model wordt uitgegaan van een kering die op dezelfde plaats ligt als de huidige en bestand is tegen de hogere zeespiegel. "De kering zal wel vaker moeten sluiten. In plaats van gemiddeld één keer per jaar, zoals nu het geval is, kan dat in de toekomst oplopen tot wel honderd keer per jaar", vertelt landschapsarchitect Jan Willem Bosch, een van de schrijvers van de landschapsatlas.
Toekomst Oosterscheldekering model 1
Toekomst Oosterscheldekering model 1 © Landschapsatlas Oosterschelde
Aan dit idee is een energiebekken gekoppeld. "Ten westen van Neeltje Jans is een ongeveer 900 hectare groot energiebekken in het plan getekend, dat vooral voor buffering van energie kan worden benut. Er is daarbij vooral gedacht aan door dijken opgehoogde bekkens. Zo'n bekken ligt zo hoog boven het zeeniveau dat het volume ervan groot genoeg is om een verval te creëren waarmee getijdenturbines energie kunnen opwekken. Het bekken vult zich dus eerst op natuurlijke wijze door het getij. Het wordt dan leeggepompt door windturbines."

Model 2: Een zo open mogelijke Oosterschelde

Door een deel van Neeltje Jans en de gehele Roggenplaat op te geven, kan de (getijden)dynamiek toenemen. De dan niet meer functionerende Stormvloedkering wordt gebruikt voor de aanleg van een nieuwe brug. Die komt te liggen op de bestaande pijlers. De dijken rond de Oosterschelde moeten dan wel worden opgehoogd.
Toekomst Oosterscheldekering model 2
Toekomst Oosterscheldekering model 2 © Landschapsatlas Oosterschelde

Model 3: Een zo dicht mogelijke Oosterschelde

Dit is het model zoals het plan oorspronkelijk bedoeld was: de zee wordt afgesloten van de Oosterschelde. "Maar een helemaal dichte Oosterschelde zal er nooit komen omdat er dan een zoet binnenmeer ontstaat waarin bijvoorbeeld blauwalg goed kan gedijen. Die fout gaan we niet maken. Er zal dus altijd enig getij in blijven", legt Jan Willem Bosch uit.

Oude discussie

De discussie over de toekomst van de Oosterscheldekering is overigens niet nieuw. In 2006 schreef GroenLinks in haar concept-verkiezingsprogramma voor de Statenverkiezingen dat de Stormvloedkering zou moeten worden afgebroken. Op de plaats van de Zeelandbrug zou dan een nieuwe aangelegd moeten worden. Het verleggen van de Stormvloedkering was volgens GroenLinks de oplossing voor de zandhonger in de Oosterschelde.

Lees ook: