Gaat het Zeeuwse platteland op slot?

De Staat van Zeeland
De Staat van Zeeland © OZ

Waarom is die vraag opeens zo belangrijk?

Afgelopen dinsdag presenteerde het ZB Planbureau het rapport De Staat van Zeeland. Daarin staat dat het platteland leegloopt. De onderzoekers adviseren daarom vooral te investeren in voorzieningen in de steden. Uit onderzoek van de PZC bleek dat het platteland helemaal niet leegloopt. De ZB was uitgegaan van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek, maar dat ziet een aantal dorpen die acht jaar geleden nog als platteland werden gezien nu als stedelijk gebied.

Maar dat was dinsdag, waarom vandaag weer de discussie?

Vanmorgen debatteerde de commissie Ruimte van de provincie over het nieuwe Omgevingsplan. Daarin staat het provinciale beleid over wat er de komende jaren wel en niet mag gebeuren in en met het Zeeuwse landschap. Ook in dat Omgevingsplan staat dat er geïnvesteerd moet worden in verstedelijking. Met de conclusies van het ZB-rapport De Staat in Zeeland in het achterhoofd, vreesden verschillende partijen dat het Zeeuwse platteland straks helemaal op slot gaat. Met andere woorden, dat daar niks meer gebouwd mag worden.

En is dat ook zo?

Nee, dat is niet zo, verzekerde dagelijks provinciebestuurder Jo-Annes De Bat. De dertien Zeeuwse gemeenten maken zelf regionale afspraken over hoeveel nieuwe huizen er gebouwd mogen worden. En daarbij blijft volgens De Bat ruimte om ook nieuwe huizen in of bij de dorpen te bouwen. Wel vindt de provincie dat er bij nieuwbouw ook steeds gekeken moet worden of bestaande huizen gemoderniseerd kunnen worden of dat er op lege plaatsen in de dorpen zelf nieuwe huizen bijgebouwd kunnen worden. Wel is het de bedoeling om het karakteristieke van het Zeeuwse platteland zoveel mogelijk te behouden, zegt De Bat. "We willen geen ongebreidelde uitbreiding van de dorpen. Maar het platteland gaat zeker niet op slot."

Hoe staat de Zeeuwse politiek hier tegenover?

Tijdens het debat in de commissie Ruimte bleek dat het rapport De Staat van Zeeland niet goed is gevallen bij de Zeeuwse politiek. Met name de VVD en de SGP waren zeer kritisch. Job de Visser van de SGP noemde het rapport van de ZB een wassen neus. Vooral ook omdat de grote leegloop van het platteland, zoals die door de ZB werd geschetst, niet blijkt te kloppen. De Visser stelde vast dat een groot deel van de Zeeuwen nog steeds op het platteland woont. Daarom pleitte hij ervoor om ook in de toekomst nieuwe huizen te blijven bouwen in de dorpen, als daar behoefte aan is.
Ook de VVD hield een pleidooi om meer ruimte te bieden aan de uitbreiding van dorpen. Statenlid René Ruissen stelt: "Als je volop inzet op verstedelijking, dan gaat dat ten koste van de dorpen." Ook hij haalde hard uit naar het ZB Planbureau. "Dat is een bekend pleiter voor verstedelijking. Maar is er wel een trek van het platteland naar de stad? Van wie moet dat er eigenlijk zijn? Het ZB Planbureau is een bekend pleiter voor verstedelijking, maar nu blijkt dat de leegloop van het platteland helemaal niet aanwezig is.