Pieter van Vollenhoven: beetje zenuwachtig voor Rilland

Van Vollenhoven was in 1988 voorzitter van de toenmalige Spoorwegongevallenraad, later omgevormd tot de Raad voor de Transportveiligheid. De tragedie in Rilland was voor hem het eerste grote onderzoek. "Ik was een beetje zenuwachtig." vertelde hij in de Zeeuwse Kamer. "Ik was nog maar net voorzitter en het was mijn eerste treinongeluk."
Het was de eerste kennismaking met een onderwerp dat later een forse stempel ging drukken op mijn loopbaan.
Om te achterhalen was er gebeurd was en te kunnen aanbevelen hoe zoets in de toekomst kan worden voorkomen, is Pieter van Vollenhoven op de plek van het ongeluk bij Rilland geweest. Alleen de rapporten lezen is onvoldoende, zegt hij. "Het is belangrijk om te kijken om te begrijpen wat er is gebeurd."
Na uitgebreid onderzoek concludeerde de Spoorwegongevallenraad dat de machinist een menselijke fout had gemaakt door het rode sein te missen. Het was aanleiding om dringend versnelde invoering van een automatisch stopsysteem te adviseren voor het Zeeuwse spoor.
<p>Op 1 juni 1988 reed bij Rilland een intercity reed door een rood sein en botste achter op een stilstaande grindtrein. Er vielen drie doden, 28 gewonden en de ravage was groot.</p>
Voor Pieter van Vollenhoven zelf was het onderzoek in Rilland het eerste in een zeer lange rij. "De slachtoffers helpen, dat is altijd mijn drijfveer geweest." zei hij in de Zeeuwse Kamer.
Beluister hieronder de complete Zeeuwse Kamer met Pieter van Vollenhoven: