Kabinet verbiedt een jaar na ruzie met provincie nu zelf varend ontgassen

Een tankschip op de Westerschelde
Een tankschip op de Westerschelde © Ria Brasser
Als schepen ontgassen, worden de nog aanwezige ladingdampen in een tankschip uit het scheepsruim geblazen, zodat daarna andere stoffen kunnen worden vervoerd. Volgens de minister is het uitblazen van deze gassen niet alleen schadelijk voor het milieu, maar ook voor bemanning en omwonenden.

Ruzie tussen Zeeland en rijk

Eind 2018 ruzieden de provincie Zeeland en minister Van Nieuwenhuizen met elkaar over een ontgassingsverbod. De provincie had in de zomer van 2018 het varend ontgassen op de Zeeuwse wateren verboden. Maar volgens de minister zijn de Westerschelde, het Kanaal Gent-Terneuzen en het Schelde-Rijnkanaal Rijkswateren en daarover is zij de baas en niet de provincie. En dus gold het verbod niet voor deze wateren, liet ze weten.
Schepen die ladingdampen kwijt willen, moeten straks gebruik maken van ontgassingsinstallaties. Naast het afgeven van ladingdampen aan ontgassingsinstallaties, kunnen tankschepen ook varen met steeds dezelfde lading waardoor ontgassen niet nodig is.

Internationale regels moeten aangepast worden

Het kabinetsbesluit betekent niet dat er onmiddellijk een eind komt aan het het varend ontgasen. Daarvoor moet het Scheepsafvalstoffenbesluit gewijzigd worden. Deze aanpassing is nodig om het ontgassingsverbod uit het internationale Scheepsafvalstoffenverdrag CDNI op te nemen in de Nederlandse regelgeving. Het voorstel daartoe wordt eerst aan zowel de Eerste als Tweede Kamer gezonden.
Ook de andere verdragsstaten in het CDNI (Duitsland, België, Frankrijk, Luxemburg en Zwitserland) moeten het verbod op varend ontgassen nog opnemen in hun nationale wetgeving. In Luxemburg is dit onlangs gebeurd. Als alle CDNI-landen het verdrag hebben geratificeerd, treedt het verbod in werking.

Lees ook: