Wat jij wél betaalt, maar wat de boer niet krijgt

Boer Jos Mesu uit Nieuw- en Sint Joosland krijgt 65 eurocent voor een kilo appels uit zijn boomgaard. Als hij naar de supermarkt verderop gaat, betaalt hij voor diezelfde appels 1,79 euro per kilo. Het klinkt als het begin van een wiskunde-raadsel, maar voor boeren is dit werkelijkheid.
Wat jij wél betaalt, maar de boer niet krijgt
Mesu vindt het belangrijk dat er meer besef komt bij de consument. "Er zijn periodes bij dat het al lastig is om uit de kosten te komen bij een teelt. Als je dan de prijzen in de supermarkt ziet, dan frons ik weleens met mijn wenkbrauwen, ja."
Belangenvereniging ZLTO is daarom een campagne begonnen: #Prijsdeboer. Een goed iets, vindt de appelteler: "Die margeverdeling in de keten is ons een doorn in het oog. Dat zouden we graag anders willen zien." Want meer aandacht is volgens hem een eerste stap.
Hieronder een voorbeeld van de gemiddelde prijspeilingen door de ZLTO onder boeren en door Omroep Zeeland in Zeeuwse supermarkten in dezelfde periode.

Prijsvergelijking per kilogram, gemiddelden

Product Wat de boer krijgt Wat jij betaalt Verschil
Aardappelen 0,14 0,98 0,84
Appels 0,65 1,40 0,75
Uien 0,16 0,94 0,78
Niet alleen de appelteler heeft er dus last van. Maar hoe komen die prijzen tot stand? Op de Beurs Goes in Colijnsplaat worden wekelijks de prijzen voor onder meer aardappelen en uien bepaald. Watze van der Zee uit Zaamslag zorgt op deze beurs voor de notering. Hij verzamelt van boeren, handelaren en verwerkers de prijzen die ze in de afgelopen week hebben gekregen voor hun producten of hebben gegeven voor de producten.
"Daarna komen we tot een prijs. Dat zijn weleens moeilijke gesprekken. Maar alle partijen moeten met bewijzen komen voordat ik een prijs bepaal. Het moet wel eerlijk verlopen."
De appelen moeten verkopen vanaf ons erf is een utopie.
Jos Mesu, appelteler
De prijzen voor boeren hoger maken kan dus niet. De prijzen in de supermarkt lager maken, ook niet. De supermarkten zelf zeggen dat hun marge twee tot drie procent is. Dus krap. Volgens Van der Zee liggen de prijzen in de supermarkt ook hoger, vanwege de tussenhandel. "Een aardappel komt van het land, maar wordt vervolgens gewassen en door de frietfabrieken, bijvoorbeeld, gesneden. Daar zit ook geld in."

Tussenhandel

Maar tussenhandelaars zijn commercieel. Uit het grote onderzoek 'Prijsvorming van voedsel' van Wageningen Economic Research (WER, beter bekend onder de oude naam LEI) blijkt dat de tussenhandel uiteindelijk de grootste hap uit de opbrengst neemt.
Voor de supermarkten is het belangrijk dat er hoe dan ook betaalbare aardappelen in de winkel liggen. Klanten moeten vooral niet naar de concurrentie lopen. Dat gaat zelfs zo ver dat in juli en augustus 2012 de aardappelen met fors verlies aan de consument werden verkocht, omdat de tussenhandel vanwege de schaarste ervan de prijs flink kon laten oplopen.
Aardappelen
Aardappelen © Omroep Zeeland
Een oplossing zou dus kunnen zijn om de tussenhandel te schrappen en de boer zelf zijn producten te laten verkopen. Maar dat is volgens zowel Van der Zee als appelteler Jos Mesu niet voor iedereen weggelegd.
"Daarvoor zit ik niet op een gunstige locatie," zegt Mesu. "De appelen moeten verkopen vanaf ons erf is een utopie." Van der Zee vult aan: "De concurrentie aangaan met de grote chips- en of frietfabrieken is voor weinig boeren weggelegd. Of je zou het al als streekproduct moeten verkopen. Dan maak je soms nog kans."

Ook geen verbetering in de uiensector

Ook voor de uien, waarvan Zeeland de belangrijkste producent is, krijgt een boer minder dan wat er in de supermarkt voor wordt gevraagd. De gemiddelde uienprijs per kilo was 94 cent in de Zeeuwse supermarkten op de peildatum, zowel rode als gele uien. Het gemiddelde bedrag dat de boer krijgt: 16 cent per kilo. Een gat van 78 cent.
Uien bij Lidl
Voor een kilo uien krijgt de boer 16 cent © Omroep Zeeland
Toch zit ook daar geen verbeterruimte in. Zelfs al zou de handel méér geld naar de boeren doorsluizen, dan nog zou het inkomen van die boer daar nauwelijks door verbeteren. Want slechts twee procent van onze uienproductie belandt in de Nederlandse supermarkten. Veruit het overgrote deel van de uien gaat naar het buitenland.

Onderzoek

Ondertussen loopt er ook nog een onderzoek van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Dat gebeurt in opdracht van landbouwminister Carola Schouten, weliswaar gegeven onder druk van de agrarische organisaties.
De ACM gaat meerdere jaren prijzen en marges volgen van versproducten. De eerste monitor wordt binnenkort bekendgemaakt. Appelteler Mesu heeft zijn hoop op deze resultaten gevestigd in de hoop dat er snel wat aan de prijzen wordt gedaan.

Berekening

De bedragen die de gemiddelde Nederlandse boer voor zijn producten krijgt, zijn in week van 17 tot en met 22 februari en in de week van 9 tot en met 13 maart gepeild door ZLTO.
De prijzen die Zeeuwen in de supermarkt ervoor betalen zijn op donderdag 26 februari en dinsdag 17 maart door Omroep Zeeland gepeild bij vestigingen van Albert Heijn, Aldi, Jumbo en Lidl in Goes. Er is steeds opgelet of de herkomst van het product Nederland is. De prijs is bepaald aan de hand van de voordeligste (meestal de grootste) verpakking in het schap en eventueel teruggerekend naar één kilogram.
De supermarkten zeggen op hun beurt, dat de boer zelf wel wat aan de prijs kan doen. Dat wil zeggen, hun overkoepelende organisatie CBL (Centraal Bureau Levensmiddelenhandel) laat desgevraagd weten dat boeren van hun kant moeten zorgen voor toegevoegde waarde, als ze meer geld willen krijgen.

Dertien in een dozijn aardappelen

Als ze alleen 'dertien in een dozijn' aardappelen of uien verkopen kunnen ze, volgens het CBL, geen bijzondere prijs verwachten. Met andere woorden: boeren moeten met een product op de proppen komen dat een ander niet heeft. Dat kunnen streekproducten zijn, met het duidelijke stempel 'Schouws', 'Bevelands' of 'Thools'. Klanten willen daar meer voor betalen.
Zeeuwse streekproducten
Zeeuwse streekproducten © OZ
Er zijn nog meer mogelijkheden om waarde toe te voegen, blijkt uit een onderzoek dat het CBL heeft laten uitvoeren. De onderzoekers gebruiken daarvoor de wat taaie term 'ketensamenwerking', maar ze bedoelen dat zaadveredelaars, boeren, tussenhandel en supermarkten (dus de 'keten' van een gewas, alle schakels van zaadje tot in het schap) gezamenlijk een vernieuwend landbouwproduct bedenken, maken en verkopen.
Daar wordt ook meer voor betaald door de klant en daardoor blijft er voor iedereen in de keten meer over, is het idee. Een voorbeeld daarvan is de succesvolle, Nederlandse zoete puntpaprika.

Verbulking

Is productvernieuwing dan het ei van Columbus? Alleen zolang het duurt. De onderzoekers van het CBL waarschuwen namelijk tegelijkertijd voor 'verbulking'. Het innovatieve succesproduct wordt na een tijdje op grote schaal geteeld en ook nog eens door de concurrenten gekopieerd. De hoeveelheden worden groot ('bulk') en de prijs zakt. En dat was nou juist niet de bedoeling.
Appels bij Jumbo
Appels bij Jumbo © Omroep Zeeland