Jan knapte een boerenwagen op uit 1750: 'Ik durf te zeggen dat het de oudste, nog rijbare, wagen is in Nederland'

Jan knapte een boerenwagen op uit 1750: 'Ik durf te zeggen dat het de oudste, nog rijbare, wagen is in Nederland'
Jan knapte een boerenwagen op uit 1750: 'Ik durf te zeggen dat het de oudste, nog rijbare, wagen is in Nederland' © Jan van Asperen
Zeeuwse riemenwagen uit 1750 gerestaureerd
De phaeton is volgens Jan van Asperen mogelijk in de 18e eeuw gebouwd in Gent in opdracht van een welgestelde landbouwer uit Zeeuws-Vlaanderen of Walcheren. Rond 1930 is hij door iemand geschonken aan het Zeeuws Museum. Volgens Simon Lous, de beheerder van Stichting De Zeeuws Inspan, stond de wagen tijdens het bombardement in mei 1940 in de abdij van Middelburg en is er veel schade aan de wagen ontstaan.
De riemenwagen in de Abdij van Middelburg
De riemenwagen in de Abdij van Middelburg © Jan van Asperen
De riemenwagen is in de loop der tijd verschillende keren verplaatst, maar van opknappen kwam het nooit. Na de oorlog verhuisde de riemenwagen noodgedwongen naar de Grote Kerk in Veere en in 1975, na de oprichting van de Stichting Zeeuws Inspan, ging de wagen naar Hoeve Plantlust in Oostkapelle. Via deze stichting kwam hij bij gebrek aan middelen voor een restauratie op het erf van Cees Maurice in Nisse te staan, een lid van de stichting. En daar op het erf zag Van Asperen hem voor de eerste keer.
Het is een stukje cultureel Zeeuws erfgoed en zou niet misstaan in een Zeeuws museum
Jan van Asperen, restaurateur
Van Asperen kreeg de wagen mee onder één voorwaarde. "Ik moest beloven dat ik hem tot in de puntjes zou restaureren." Van Asperen had al ervaring met het opknappen van boerenwagens, dus hij ging deze uitdaging met veel enthousiasme aan. Maar omdat er geen voorbeeld was volgde er een periode van onderzoek, lezen en tekenen. "Dat kostte veel tijd. Er is namelijk niemand meer die weet hoe de wagen er in detail uitzag. En ik wilde hem wel op een verantwoorde manier restaureren."

IJzeren poot in de vloer

Gelukkig was er nog een zijkant intact die vastgehouden werd door een bankje met een ijzeren poot in de vloer. "Aan de hand daarvan kon ik er een zijkant bijmaken en kreeg ik een beeld van de grootte en de verhoudingen van de wagen. Dat was mijn uitgangspunt."

Hulp

De rest van de wagen is gereconstrueerd aan de hand van oude foto's en een tachtig jaar jongere riemenwagen van stichting De Zeeuwse Inspan. "Als je een basis hebt kun je verder bouwen en dat heb ik gedaan. Ik ben begonnen met de onderkant." Van Asperen heeft het meeste zelf gedaan, daarnaast heeft hij ook hulp gehad van een wielenmaker en een smid uit de buurt. Deze heeft een aantal nieuwe onderdelen zo authentiek mogelijk nagemaakt.
Het houten snijwerk van geloof, hoop en liefde
Het houten snijwerk van geloof, hoop en liefde © Omroep Zeeland
Op de wagen zit ook veel houten snijwerk. De achterkant heeft Van Asperen via Marktplaats op de kop kunnen tikken. "Ik zag een kapstok te koop, gemaakt van een sierlijke sluitplank van een andere riemenwagen. En wat bleek, hij kwam oorspronkelijk uit Zeeland. Echt een meesterwerkje met in het midden de symbolen van geloof, hoop en liefde. Ik heb daarna de rest van het snijwerk zelf gemaakt en aangepast aan deze stijl."
<p>Riemenwagen, phaeton, kap- en halve-kapwagen zijn de benamingen voor hetzelfde type wagen. Het is een speelwagen voor de zware klei. Toch is die klei niet de reden dat de Zeeuws-Vlaamse boeren tot halverwege de 19e eeuw bleven rijden met deze robuuste wagens en hun primitieve vering op leren riemen.</p><p>Dat heeft vooral te maken met de belasting op geveerde rijtuigen. Zodra die belasting verdween, vond op het platteland een inhaalslag plaats. De sjees maakte plaats voor de tilbury, en de phaeton legde het af tegen de verenwagen. Daardoor is de Zeeuwse phaeton tegen 1900 nog een zeldzaamheid.</p>
Een ander bijzonder element is de grote witte kap van canvas. Om het nieuwe canvas vast te zetten heeft Van Asperen met een bevriende kunstenaar zo'n 350 porseleinen dikkopnagels gemaakt. "In Zeeland noemen ze die 'tetsen'. Deze zijn nergens meer te koop, dus heb ik ze zelf maar gemaakt. Dat was een heel gedoe, want bij de eerste veertig ging het al mis. Uiteindelijk is het gelukt en konden we het canvas bevestigen aan het binnenwerk."
De oudste wagen van Nederland
De nieuwe bekleding heeft Van Asperen ook niet zelf gedaan. "Ten eerste heb ik weinig verstand van stoffen en ik had geen idee wat de originele bekleding was. "Met stoffeerder Brouwer uit 's-Heer Hendrikskinderen is besloten om er katoenen velours in te doen, omdat dat volgens hem in die tijd veel voor kwam. Hij heeft in de kussens geen knopen gebruikt, maar 'pluizen' bolletjes wol, die hij speciaal voor de wagen heeft gemaakt.

Naar de kerk

Op de comfortabele banken met kussens konden wel acht personen plaatsnemen. "De oude vrouwtjes die naar de kerk gingen zaten, nadat ze door de twee klapbanken waren geschuifeld, lekker achterin. De kinderen zaten daarvoor en de mannen zaten meestal voorop en bestuurden de wagen."
Een riemenwagen in vroeger tijd
Een riemenwagen in vroeger tijd © Jan van Asperen
Volgens Van Asperen behoort de wagen tot het Zeeuws erfgoed. "Als je hem zo ziet staan in 't zonnetje, dan straalt de wagen alleen maar Zeeuws uit. Al die Zeeuwse elementen die nog zichtbaar zijn. En dan te bedenken dat hier meer dan twee eeuwen terug een hele familie mee uit rijden ging door het Zeeuws-Vlaamse land. Ik was er graag bij geweest."

Grote zak geld

Als het aan Van Asperen ligt blijft de phaeton voorlopig nog in Zuid-Holland. Maar hij hoopt dat de wagen uiteindelijk in Zeeland terecht komt. "Het zou fantastisch zijn als hij bijvoorbeeld in het Zeeuws Museum komt te staan. Dus als er iemand op de stoep staat met een grote zak geld, valt er altijd te praten, haha!"
De gerestaureerde Riemenwagen
De gerestaureerde Riemenwagen © Jan van Asperen