Provincie ziet geen reden tot ingrijpen dijk Perkpolder

Provincie ziet geen reden tot ingrijpen dijk Perkpolder
Provincie ziet geen reden tot ingrijpen dijk Perkpolder © omroep zeeland
Provincie ziet geen reden tot ingrijpen dijk Perkpolder
Voor de aanleg van de Zeedijk in 2014 is 275.000 m3 thermisch gereinigde grond (TGG) gebruikt. Dat is grond die onder hoge temperaturen voor het grootste deel schoongemaakt wordt. Maar bij de grond die in Perkpolder is gebruikt is er iets misgegaan. Uit onderzoek blijkt dat er bijvoorbeeld te hoge concentraties calcium, arseen, benzeen en tolueen in de grond aanwezig zijn en dat de pH-waarden te hoog zijn.

Geen gevaar door klei

Rijkswaterstaat (RWS), verantwoordelijk voor de dijk, liet onderzoeken of er gevaar was, en deelde mee dat doordat de vervuilde grond in lagen klei verpakt zat, er geen gevaarlijke stoffen konden doorsijpelen naar het grondwater of de nabijgelegen akkers. RWS monitort voor de zekerheid de kwelsloten achter de dijk en het grondwater met een aantal peilbuizen.
Gedeputeerde Anita Pijpelink
Gedeputeerde Anita Pijpelink © Omroep Zeeland
De Provincie Zeeland heeft een controlerende en corrigerende functie als het gaat om bodembescherming en liet onderzoeksbureau Tauw de onderzoeken van Deltares en het RIVM nalopen. Uit dat rapport valt onder andere op te maken dat er niet overal klei ligt, en er dus gevaar is dat gevaarlijke stoffen zich toch verspreiden.

Monitoren geen maatregel

Tauw zegt dat hierdoor de bodemwet wordt overtreden en dat Rijkswaterstaat niet goed heeft onderbouwd waarom de vervuilde grond niet moet worden afgegraven. Ook stelt Tauw dat alleen monitoren van de kwelsloot en peilbuizen geen maatregel is om de vervuiling tegen te gaan.
De bevindingen van Tauw zijn met Rijkswaterstaat gedeeld en de provincie is van mening dat RWS er alles aan doet wat er redelijkerwijs verwacht mag worden, om de vervuiling tegen te gaan. Dat Tauw heeft aangegeven dat er niet overal klei ligt, en er vervuiling weg kan sijpelen heeft de gedeputeerde doorgegeven aan Rijkswaterstaat en gaat ervan uit dat daar iets mee gedaan wordt.

Vertrouwen in Rijkswaterstaat

Pijpelink is het niet eens met de conclusie van Tauw en de omwonenden van de dijk dat monitoring alleen geen maatregel is: "Ik kijk of Rijkswaterstaat doet wat het moet doen. Wanneer blijkt dat monitoring niet voldoende is ga ik ervan uit dat Rijkswaterstaat naar een volgende stap gaat." De provincie kan eventueel Rijkswaterstaat opdragen om extra maatregelen te nemen.
Grondaanvoer Perkpolder in 2014
Grondaanvoer Perkpolder in 2014 © omroep zeeland
De advocaat van meerdere omwonenden, Rogier Hörchner, hekelt ook het feit dat het rapport van Tauw, dat begin maart werd opgeleverd, niet openbaar is gemaakt totdat hij het met een WOB-verzoek naar boven kreeg. "De omwonenden hebben recht op directe, duidelijke informatie, want zij leven nu al jaren in onzekerheid over wat voor gevaar de vervuiling in de dijk oplevert. Maar ook de leden van Provinciale Staten zouden dit rapport onder ogen hebben moeten krijgen. Ik weet zeker dat er dan vragen over gesteld zouden worden."
Gedeputeerde Pijpelink zegt dat het rapport bedoeld was als een intern rapport omdat de capaciteit om zelf een onderzoek te doen ontbrak, niet om iets achter te houden. Ook vindt ze dat het niet nodig was om het rapport met Provinciale Staten (PS) te delen: "Pas wanneer hier maatregelen uit zouden moeten volgen, dan zouden we de leden van Provinciale Staten daarover informeren."

Statenleden hadden rapport in maart willen hebben

Twee Statenleden zijn het daar in ieder geval niet mee eens. Gerwi Temmink van GroenLinks was graag op de hoogte geweest van het rapport toen het in maart uitkwam: "Ik weet niet of het college van Gedeputeerde Staten daartoe verplicht is, maar het was wel netjes geweest om een dergelijk rapport in zo'n gevoelig dossier te delen met Provinciale Staten."
En ook Francois Babijn, die vanuit de fractie van de Partij voor Zeeland het Perkpolder-dossier van het begin af aan gevolgd heeft, vindt dit een gebrek aan transparantie: "Ik dacht dat we na het Sloewegdebacle hadden afgesproken dat er sneller en meer gedeeld zou worden, maar dat is niet zo."

Lees ook: