Onderzoeker: 'Er zit iets grondig fout in de jeugdzorg'

Volgens een onderzoeker zit er iets 'grondig fout' in de jeugdzorg
Verschillende ouders uit de provincie luiden bij Omroep Zeeland de noodklok. Ze vinden dat hun kind onterecht uit huis is geplaatst. Lastig om te kunnen toetsen op waarheid, omdat jeugdzorg vanwege privacy niet ingaat op individuele zaken.
Maar dat er iets mis is bij en met jeugdzorg, zeggen niet alleen ouders. Sociaal pedagoog Harry Berndsen concludeert dat ook, na bestudering van vele dossiers uit het land.
<p><em>"Onze dochter is ontvoerd door de instanties."<br> "Wij als ouders worden niet gehoord."<br> "Jeugdzorg komt gemaakte afspraken niet na."</em></p><p>Reacties van bezorgde ouders die bij Omroep Zeeland zijn binnengekomen.</p>
De gepensioneerde sociaal pedagoog schat, op basis van twintig jaar ervaring en het bestuderen van meer dan tweehonderd jeugdzorgdossiers, dat er bij zestig procent van de dossiers waar sprake is van uithuisplaatsing of ondertoezichtstelling, fouten worden gemaakt. In Zeeland zijn vorig jaar 765 kinderen onder toezicht gesteld.
© Omroep Zeeland
In Zeeland wonen 80.000 kinderen. Een op de tien kinderen krijgt met jeugdzorg te maken. In de meeste gevallen gaat het dan om lichte vormen van hulp. Bijvoorbeeld therapie voor gedragsproblemen.

Ingrijpen kan grote gevolgen hebben

Maar soms heeft ingrijpen door jeugdzorg grote gevolgen. Kinderen zijn volgens de jeugdbeschermers thuis dan niet langer veilig. Ze worden onder toezicht gesteld, krijgen dan te maken met een gezinsvoogd. Of worden uit huis geplaatst, bij een pleeggezin of familie of vrienden. Dat gebeurt pas als de rechter daar toestemming voor geeft.
Er ligt geen gedegen onderzoek op basis van wetenschappelijke feiten.
Sociaal pedagoog Harry Berndsen
De kern van het probleem is volgens Berndsen dat medewerkers te laag zijn opgeleid voor de taak die ze moeten uitvoeren. "Ze komen in een lastige gezinssituatie terecht en doen dan een paar interviews. Op basis van vermoedens komen er dan zaken in het dossier. Denk bijvoorbeeld aan een mogelijke alcoholverslaving van de vader van het gezin. Dat staat dan zwart-op-wit in het dossier en op basis daarvan oordeelt een rechter. Terwijl er feitelijk niks is vastgesteld. Er ligt geen gedegen onderzoek op basis van wetenschappelijke feiten."

Mensen zijn niet deskundig genoeg

Hij spreekt van een 'keteninfantiliteit'. Volgens Berndsen worden adviezen geschreven door mensen die niet deskundig genoeg zijn. En worden die van dossier op dossier overgenomen. Ook hebben de kinderrechters een lastige rol, zegt hij. "Kinderrechters zijn geen pedagoog, maar moeten wel opvoedkundige en pedagogische keuzes maken."
© Omroep Zeeland
Berndsen is na zijn pensionering voor de stichting KOG gaan werken. Die stichting staat ouders bij die vinden dat hun kind onterecht uit huis is geplaatst of onder toezicht. "Ik zie schrijdende gevallen. Kinderen zijn voor het leven getekend. Dit speelt overal, ook in Zeeland. Ook hier heb ik ouders bijgestaan."

Goed onderzoek, geen aannames

Zijn pleidooi, dat hij ook naar de Tweede Kamer heeft gestuurd is dat ook bij ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen een deskundige gedragswetenschapper moet worden betrokken. "Zoals dat nu al gebeurt bij een plaatsing in een inrichting. In een eerder stadium goed onderzoek, zodat er geen aannames of vermoedens in het dossier komen te staan."

Raad voor de Kinderbescherming en Intervence herkennen beeld niet

Betrokken organisaties als de Raad voor de Kinderbescherming en jeugdbeschermingsorganisatie Intervence zeggen zich niet te herkennen in het geschetste beeld van Berndsen. Ze zeggen goed en gedegen onderzoek te doen. Ook kunnen ouders altijd in beroep gaan als ze het niet eens zijn met de beslissingen.
Volgens Intervence is een objectieve blik van een ieder vereist en daarom is de onafhankelijke rol van de Raad voor de Kinderbescherming zo belangrijk. Verder gaat het volgens de organisatie juist om de ontwikkeling van een kind en is tussentijds evalueren en bijstellen van groot belang.
Samenwerken met, in de eerste plaats het gezin, het netwerk en betrokkenen als jeugdzorg, andere zorg en school is noodzakelijk om te zorgen dat vanuit alle perspectieven gekeken blijft worden.