Rhodé en Hanno Tramper verlaten met hun gezin huis en haard en gaan 'dienen' in Hongarije
Op de bank in de woonkamer doet het stel hun verhaal. "Eigenlijk is het niet logisch." zegt Rhodé. "Wij hebben een eenjarige en ik ben zwanger. We gaan er daar niet op vooruit. De kwaliteit van het onderwijs en de gezondheidszorg is daar slechter dan hier. Dus het is niet zo dat je denkt laten we eens lekker naar Hongarije emigreren."
Diep geraakt
Toch doet het stel dat wel mits het lukt om het financieel rond te krijgen en de coronacrisis volgend jaar afneemt. "Het is voor ons echt een roeping om dit te doen." zegt Hanno. "Wij kwamen met het land in aanraking door onze wereldreis en geloven dat God ons daar wil hebben." Rhodé vult aan: "De armoede daar liet ons niet los en we zijn echt diep geraakt. Als wij in Nederland zouden blijven, dat kan gewoon niet. Dan zou er wat blijven schuren."
Hanno en Rhodé zagen naar eigen zeggen hoe Roma's gediscrimineerd worden. Die bevolkingsgroep is in Hongarije een etnische minderheid. Daar kwam nog eens bij dat het stel, volgens Rhodé, ontdekte wat het gemiddelde inkomen is. "Dat is 300 euro per maand en we kwamen erachter dat de meeste dingen even duur zijn als hier. Dus reken maar uit."
In de afgelopen twee jaar is het stel meerdere malen teruggegaan naar Hongarije. Ze hebben zich aangesloten bij de christelijke stichting Embrace. "We hebben al meegeholpen bij projecten" zegt Hanno. "Zo hebben we een nieuwe riolering aangelegd. De oude was kapot waardoor uitwerpselen de tuin indreven. Dat soort klussen, waar die mensen geen geld voor hebben, pakt de stichting op."
Alles opgeven
Hoewel het een hele onderneming is weten ze zeker dat dit de stap is die zij moeten maken. Hun banen in de bouw en het onderwijs zeggen ze op en in Hongarije hopen ze dankzij giften zichzelf te kunnen voorzien in hun dagelijks levensonderhoud. "Het liefst wil je voor je eigen kostje kunnen zorgen net als nu en niet afhankelijk zijn van anderen", zegt Rhodé. "En toch zal het moeten omdat we alles opgeven om daar te kunnen dienen."
Doel is vooralsnog om als gezin in Tápióbicske, op veertig minuten rijden van Boedapest, neer te strijken. "Het is ongeveer net zo groot als Arnemuiden." grapt Hanno. Via hun website houden ze iedereen op de hoogte van alle ontwikkelingen. Als alles lukt hopen ze eind volgend jaar te zijn geëmigreerd.