Vluchtelingen Ammar en Shiyar pakken in Goes hun oude ambacht op

Vluchtelingen Ammar en Shiyar pakken in Goes hun oude ambacht op
Vluchtelingen Ammar en Shiyar pakken in Goes hun oude ambacht op © Omroep Zeeland
Ammar en Shiyar zijn vluchtelingen en werken inmiddels als meubelstoffeerder
Sinds twee jaar werken ze samen in Goes. Ammar en Shiyar; twee Syrische vluchtelingen. Ze hebben inmiddels een verblijfsvergunning en een vast contract als meubelstoffeerder bij TMC Wonen in Goes. "Ik ben heel blij met deze kans", zegt Ammar. Hij spreekt inmiddels een beetje Nederlands. "Maar jullie praten zo snel. Het is een hele moeilijke taal voor ons."

Onderling Arabisch

Onderling spreken de mannen Arabisch. "Dat is gewoon makkelijker voor ons", zegt Shiyar. "Met collega's spreken we wel Nederlands. Als we vragen hebben wat een woord betekent, leggen ze het uit." Maar het contact met klanten gaat vaak nog moeizaam. "Wat Ammar al zei, jullie praten zo snel. Maar we komen er altijd wel uit."
Ammar komt uit Syrië en stoffeert meubelen
Ammar komt uit Syrië en stoffeert meubelen © Omroep Zeeland
Beiden waren al meubelstoffeerder in Syrië. Ammar ruim tien jaar, Shiyar vijftien jaar. "Het grote verschil met Nederland is dat wij oude meubels opknappen. In Syrië deden we dat niet", vertelt Shiyar. "Daar stoffeerden we alleen nieuwe meubels."
Jaap Witte van de woonwinkel is blij met beide mannen. "We wilden ze helpen, vandaar dat Vluchtelingenwerk ook bij ons uitkwam. Meubels stofferen deden we nog niet, dus dit is wel een toegevoegde waarde voor ons bedrijf.
Shiyar komt uit Syrië en stoffeert meubelen
Shiyar komt uit Syrië en stoffeert meubelen © Omroep Zeeland
In de winkel is centraal een werkplaats ingericht. "Zo kunnen de klanten ook van dichtbij het ambacht zien en kunnen wij het weer laten zien", vervolgt Witte. "Ammar en Shiyar zijn niet meer weg te denken uit ons bedrijf."

Schrijnend

Over wat ze in Syrië hebben meegemaakt, praten de twee mannen redelijk makkelijk. "Als je die verhalen dan hoort, dat is gewoon schrijnend", aldus Witte. "Dan is dit eigenlijk het minste wat we voor hen kunnen doen."