Hondenexpert over bijtincident: 'Er is geen hondenras dat niet met kinderen overweg kan'

Na het bijtincident in Terneuzen, waarbij een Amerikaanse staffordshireterriër een meisje ernstig verwondde, werd er in reacties op onze berichtgeving en op social media veelvuldig gewezen op de rol van het hondenras. Toch is dat wat te kort door de bocht, zegt hondenexpert Cindy van Dorst. "Er is niet één hondenras waarvan je bij voorbaat al kunt zeggen: dat gaat niet samen met kinderen."
Bijtincident hond Terneuzen
De hond van het bijtincident in Terneuzen was een Amerikaanse staffordshireterriër © HV Zeeland
Dat neemt niet weg dat de combinatie tussen honden en kinderen niet voor lastige situaties kan zorgen. Als gedragstherapeut komt Van Dorst regelmatig in aanraking met gezinnen die tegen dat probleem aanlopen. Maar de individuele verschillen tussen honden zijn zo groot dat je niet hele hondenrassen over één kam kunt scheren, zei Van Dorst vanmiddag in de Zeeuwse Kamer.

Beweging

Wel is het belangrijk dat je als baasje in de gaten houdt of je de hond kunt bieden wat die nodig heeft. Zo zijn er grote verschillen tussen de hondenrassen in hoeveel beweging ze nodig hebben. "Je moet bijvoorbeeld geen bordercollie nemen als je niet houdt van wandelen."
Over het bijtincident in Terneuzen, waarbij naast het 12-jarige meisje ook twee volwassenen gewond raakten, kan Van Dorst niet veel zeggen. "Het is natuurlijk supererg wat daar is gebeurd. Ik heb mezelf geleerd om daar vooral bij stil te staan en niet te oordelen. Want je weet nooit wat daar precies is gebeurd." Wel kan ze in algemene zin iets zeggen over hoe je zulke situaties kunt voorkomen. "Dat is wat wij doen: wij zijn gespecialiseerd in het voorkomen van bijtincidenten met kinderen."

'Vanuit angst en onzekerheid'

Meestal bijten honden in zulke situaties niet uit woede of agressie, is de ervaring van Van Dorst. "Wat je meestal ziet is dat de honden die problemen ervaren met kinderen vanuit angst en onzekerheid. Vaak zie je dat de hond niet heeft geleerd om op een goede manier opwinding te uiten. En bijna bij alle incidenten die we onderzoeken is er ook een belangrijke rol voor het betrokken kind weggelegd."
Hondenexpert Cindy van Dorst in Zeeuwse Kamer over bijtincidenten
Als je weet waar je op moet letten, gaan aan een bijtincident altijd waarschuwingen vooraf. "Dat bestaat uit een zeer breed scala aan gedragingen. Zoals weglopen, of een waarschuwende grom: van nou moet je echt ophouden. Maar ook in een hoekje kruipen, zich klein maken. Als je jezelf daarin oefent en ervoor openstaat dan zie je ruim voor de situatie escaleert dat de spanning oploopt."

Zulke situaties voorkomen

Het belangrijkste is om zulke situaties te voorkomen. "Ik vraag mensen ook altijd om na te denken over wat de spanningsmomenten zijn. Zoals wanneer een kind van school thuiskomt, moe is en chagrijnig, maar een hond juist heel enthousiast wordt omdat die blij is om het kind weer te zien. Dat zijn juist de momenten waarop het fout kan gaan. Zulke momenten zien te voorkomen is een van de belangrijkste dingen die wij gezinnen proberen te leren."
Hoewel er niet één ras is dat slecht met kinderen kan omgaan, kun je volgens Van Dorst wel pech hebben met de individuele eigenschappen van je hond. "Welke genen heeft die hond meegekregen? Heeft die een goede socialisatie gehad? Die voorfase is ook superbelangrijk. Op het moment dat een hond bij jou uitkomt is de basis eigenlijk al gelegd. Je kunt daar ook echt dikke pech mee hebben, als de hond schrikachtig is of snel fel. Als je daar niet goed mee om kan gaan dan kom je op het punt dat er bij de hond iets knapt."

Gevolgen groter

Daar zitten wél verschillen in: de gevolgen daarvan zijn groter bij bepaalde hondenrassen die ooit zijn gefokt als vechthond. Die hebben een krachtigere beet en zijn soms moeilijker weer tot bedaren te brengen. Toch kunnen ook die hondenrassen veilig omgaan met kinderen, als het om een rustige hond gaat en jij als baasje en ouder zowel het kind als de hond er goed op voorbereidt.
"Bij de training van de hond zijn er twee dingen die ik altijd het allerbelangrijkst vind in het contact met kinderen", legt Van Dorst uit. "Punt één is dat de hond echt als een pijl op je afkomt als je hem roept. Stel dat er een vervelende situatie ontstaat en je bent niet dichtbij genoeg om in te grijpen dan kun je altijd nog je hond naar je toe roepen en zo de angel uit de situatie halen."

'Rust op commando'

De tweede vaardigheid is wat ze 'rust op commando' noemt. "Als er vriendjes komen spelen of er is een feestje en de hond raakt iets té opgewonden, dan wil ik dat de hond in de mand gaat liggen of in de bench. Maar dat moet je al bij voorbaat positief trainen en niet pas doen op het moment van drukte, want dan gaat het niet goed."
Maar ook de communicatie naar kinderen toe is belangrijk. "Kijk, kinderen en honden dat zijn net magneten, die trekken naar elkaar toe. En natuurlijk mag je tegen het kind zeggen: ik wil dat je daarmee stopt. Maar je moet ze ook iets aanleren, wat in het verlengde ligt van wat het kind wil. Dus je moet ze niet alleen leren wat ze niet mogen doen, maar ook wat ze wél kunnen doen."

Drukker sinds komst corona

Van Dorst merkt dat het sinds de komst van corona drukker is geworden, omdat meer mensen een hond hebben genomen. "Wat je ziet is dat sommige mensen zich daar goed op voorbereiden maar anderen niet. En meer mensen nemen nu een hond dus dan neemt ook het aantal problemen toe, dus vaker mensen die bij ons aankloppen."
Tussen die hulpvragen zitten grote verschillen. "Je ziet veel pups die na een tijdje problematisch gedrag gaan vertonen. We hadden laatst ook een hond die heel bang was gewonden van kinderen op skates of skateboards, omdat daarbij een keer iets was misgegaan en het dier een negatieve associatie had opgebouwd. Maar we krijgen ook meldingen van herplaatsingen uit het buitenland die dan een paar weken goed gaan, maar daarna toch problemen naar boven komen."

Te hoge verwachtingen

Wat daar volgens Van Dorst ook vaak bij meespeelt is dat mensen vaak te hoge verwachtingen hebben van hun hond. "Ik noem dat ook weleens 'Disney-verwachtingen', want iedereen denkt dat zijn of haar hond slimmer is dan Lassie, sneller dan Rin Tin Tin en liever dan Pluto, maar dat hoeft natuurlijk niet zo te zijn. En die te hoge verwachtingen kunnen ook voor problemen zorgen. Daar had ik bij mijn eigen hond zelf ook last van."
"Ik wilde per se dat mijn eigen hond heel erg goed zou zijn met kinderen, maar dat bleek niet van nature zo te zijn", vertelt Van Dorst. "Zo had ik een bijna-bijtincident met een van mijn oppaskinderen. Dat was voor mij destijds de aanleiding om mijn eigen methode gaan ontwikkelen, met het herkennen en voorkomen van risicosituaties, het goed communiceren met kinderen en met rust op commando."