Schrijver prikte mythes door over het Vlissingse verzet, om het échte verhaal te vertellen

De Vlissingse kaashandelaar Willem Poppe en koster Frans van Sabben zaten tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet tegen de Duitsers. Schrijver John Brosens sprak met hun familie en deed onderzoek naar het verzet in de Scheldestad. Het resultaat is het boek 'Partizanen aan de Schelde', dat vorige week verscheen.
De van oorsprong Zeeuwse schrijver John Brosens
De van oorsprong Zeeuwse schrijver John Brosens © Omroep Zeeland
De research voor het boek was volgens Brosens nog een hele opgave. "De verzetsleden moesten hun werk voor het verzet geheim houden. En dat deden ze ook na afloop van de oorlog. In de meeste gevallen hielden ze het zwijgen vol tot aan hun dood", vertelde de schrijver in het radioprogramma de Zeeuwse Kamer.

Wilde verhalen

Door de zwijgende verzetshelden gingen er allerlei wilde verhalen de ronde. Een deel daarvan heeft Brosens tijdens zijn research voor het boek doorgeprikt. In samenwerking met de Stichting Oorlogsverleden Vlissingen ontrafelde John Brosens de ware gang van zaken. Hij sprak met de nazaten van verzetsleiders als Willem Poppe en Frans van Sabben en reconstrueerde de geschiedenis van het verzet in Vlissingen aan de hand van deze interviews en originele documenten.
Toch is het geen geschiedenisboek geworden. "Het is wat bekendstaat als narrative fiction. Het is dus een roman met dialogen die ik heb bedacht, maar met gebeurtenissen die helemaal kloppen met wat er écht gebeurd is."
Schrijver John Brosens in de Zeeuwse Kamer over het verzet in Vlissingen
Tijdens de research voor het boek sprak hij met de zonen van Willem Poppe en Frans van Sabben. "Dat was wel heel fijn, want dat gaf mij de kans om die figuren van verzetshelden in te kleuren als mensen van vlees en bloed." Verder baseert Brosens zich onder meer op een relaas wat Poppe zelf, twaalf jaar na dato heeft opgesteld en een verslag van de Vlissingse burgemeester Van Woelderen meteen na de oorlog.

Persoonlijk aspect

Voor Brosens, die geboren en getogen is in Vlissingen, zit er ook een persoonlijk aspect aan dit boek, omdat hij Poppe zelf nog heeft ontmoet. "Ik kwam als scholier naar de filmzaal van hotel Britannia, daar hield hij toen een lezing. Hij vertelde onder meer dat hij met de buit van een overval, verstopt in een bakfiets onder een zeiltje, door de stad fietste. Dat beeld is me altijd bijgebleven."
"Later heb ik uitgezocht dat het ging om de opbrengst van een overval op een distributiekantoor in Sint Laurens", vertelt Brosens. "Dat was een van de grootste heldenverhalen van het verzet op Walcheren."

Groot verschil tussen verzetsgroepen

Er zat volgens Brosens ook een groot verschil tussen de twee verzetsgroepen. "Waar de groep van Van Sabben de grens trok bij het helpen van onderduikers en zeiden: 'Wij gaan niet in de weer met pistolen en dergelijke', was de groep van Poppe bereid om de gewapende strijd van de geallieerden te steunen. Die waren getraind om de vijand in de rug aan te kunnen vallen zodra de geallieerden zouden arriveren."
En dat hebben ze ook gedaan. "Ze hebben als een soort gidsen de geallieerden door de steegjes en straatjes begeleid, zodat ze buiten bereik bleven van de Duitse mitrailleurs op de kranen van de scheepswerf. En ze hebben ook zelf geschoten vanuit onverwachte hoeken op Duitse posities. Dankzij hun hulp waren de geallieerden binnen enkele uren doorgestoten tot het Bellamypark en de Coosje Buskensstraat."
Het boek 'Partizanen aan de Schelde' over het verzet in Vlissingen
Het boek 'Partizanen aan de Schelde' over het verzet in Vlissingen © Omniboek
Toch wordt het werk van Brosens niet door iedereen in dank afgenomen. "Het roept ook verzet op, want er zijn ook mensen die gedecoreerd zijn als verzetsheld, die niet zo blij zijn met mijn onderzoek. Die willen graag de mythes in stand houden, maar ik wil vooral aan doorprikwerk doen."

'Eén grote krater'

Een van de sterke verhalen die de ronde deden, die Brosens heeft doorgeprikt, gaat over een schip in aanbouw dat in de werf lag. "Daar zou een lading springstof onder aangebracht zijn, die zo groot was dat het nabijgelegen ziekenhuis en de halve binnenstad één grote krater zou worden als dat af zou gaan. Maar het verzet zou die springstof onschadelijk gemaakt hebben en zo de stad hebben gered."
Tot zover het verhaal, maar volgens Brosens is de werkelijkheid minder heldhaftig. "De Duitsers hebben dat zelf gedaan, omdat ze bij nader inzien meerdere systemen aan boord van dat schip hard nodig hadden, zoals een installatie om zoetwater op te pompen en een elektriciteitscentrale. Het was dus in hun belang dat het schip intact zou blijven, dus hebben ze de springlading ook zelf weer verwijderd."

Sterke verhalen

Dat het verhaal met de rol van het verzet toch bleef rondzingen, komt volgens Brosens door het stilzwijgen van de verzetsgroep zelf. "Als er gezwegen werd door de verzetsleden zelf, heb je dat sommige mensen zich een heldhaftig verleden toe-eigenden met sterke verhalen bij feestjes."
Zijn boek Partizanen aan de Schelde ligt nu in de winkel, maar Brosens is alweer bezig met zijn volgende project. "Dat speelt zich af in Vlaardingen, Maassluis en Rotterdam. Daar was de eerste Nederlandse verzetsgroep actief, die zichzelf De Geuzen noemde. Ze werden snel opgerold en door de Duitsers voor het vuurpeloton gezet.

Verrader

Lang ging het verhaal dat de leden van de verzetsgroep zelf te naïef waren en te onvoorzichtig en zo door de Duitsers opgespoord konden worden. Maar volgens Brosens liep het in werkelijkheid anders. "Ik ben erachter gekomen dat er wel degelijk één centrale figuur was die alles heeft doorgebriefd aan de Duitsers, die hen heeft verraden zeg maar. Dus dat verhaal ben ik nu op het spoor, maar ik heb nog onvoldoende materiaal om te gaan schrijven. Ik zit nog in de onderzoeksfase."