Eeuwenoude stoel met het wapen van Middelburg krijgt een plekje in...Vlissingen

Vierhonderd jaar oud en dan nog verhuizen. Het gebeurde vandaag met een scheepsstoel uit de glorietijd van de VOC. De stoel uit 1621 is van een particuliere eigenaar en komt in bruikleen bij het Zeeuws maritiem MuZEEum in Vlissingen.
Scheepsstoel 1621 MuZEEum
Met witte handschoenen komt de eigenaar Jean-Marie van Isacker aan bij het museum. Met alle egards wordt de stoel naar zaal gebracht waar van Isacker hem overdraagt aan de directeur van het museum Onno Bakker. Van Isacker: "Het is zo'n bijzonder stuk, dat hoort niet in een gewoon woonhuis thuis. Ik ben dan ook erg blij dat hij nu hier in het MuZeeum in Vlissingen is."

Stadswapen van Middelburg

De scheepsstoel is zeer waarschijnlijk de oudste overgebleven maritieme stoel. Mogelijk is hij gemaakt voor de kapitein van het schip de 'Middelburgh'. Centraal op de rijkversierde leuning is het stadswapen van Middelburg afgebeeld. Op de voorpoten staat in een schild links 16 en rechts 21: het jaartal 1621. Deze datum kan wijzen op de oprichting van de West Indische Compagnie of een schip dat in 1621 uitvoer. Verder wetenschappelijk onderzoek zal moeten uitwijzen op welk schip de armstoel werd gebruikt en wie de eerste eigenaar was.
Het wapen van Middelburg op de scheepsstoel
Het wapen van Middelburg op de scheepsstoel. © Omroep Zeeland
In 1625 was de Middelburgh, tezamen met de Gouda en de Hollandia, volgeladen met peper op thuisreis toen 's nachts een zware storm losbarstte. De schepen voeren 1.500 kilometer ten oosten van Madagascar. De Middelburgh verloor al haar masten, de Hollandia verloor de grote mast en de Gouda verging.
Een plek op het water waar peper dreef gaf de volgende dag, toen het wat opgeklaard was, aan wat er gebeurd moest zijn. De Middelburgh en de Hollandia voeren naar Madagascar, waar ze werden gerepareerd, en hervatten de thuisreis. Alleen de Hollandia kwam behouden aan. De Middelburgh verdween ergens op de Atlantische Oceaan en is volgens kapitein Willem Bontekoe wellicht buitgemaakt door zeerovers.
De scheepsstoel in het MuZEEum
De scheepsstoel in het MuZEEum. © Omroep Zeeland
De stoel is gemaakt van Europees notenhout. Hij is laag en heeft slechts drie poten: speciaal voor de stabiliteit op ruige zee. Ook kon de armstoel met pennen op de vloer van de kajuit worden vastgezet voor extra veiligheid.
De West-Indische Compagnie, opgericht in 1621, was een Nederlandse handelsvereniging die in de zeventiende en achttiende eeuw het staatsmonopolie bezat op handel en scheepvaart op Amerika en West-Afrika, ten zuiden van de Kreeftskeerkring. Het doel was winstgevende handel te drijven in het Atlantische gebied en de Spanjaarden te beroven van hun voornaamste inkomensbron. De Nederlanden en Spanje waren namelijk verwikkeld in wat later de Tachtigjarige Oorlog genoemd zou worden. In 1621 was er net een einde gekomen aan een twaalfjarig bestand.
Directeur Onno Bakker is heel blij met de scheepsstoel: "Zo'n uniek exemplaar hoort eigenlijk wel in onze collectie thuis. We zullen hem nadat hij gerestaureerd is, een heel mooi plekje geven."
Het muZEEum is vanwege corona nu nog gesloten, maar Bakker hoopt dat hij 'm snel aan het publiek kan laten zien.