Provincie wil woningbouw weer vlot trekken met woonagenda

Het provinciebestuur wil meer invloed hebben op welke woningen waar worden gebouwd. Want zoals het nu gaat, sluiten de vraag naar en het aanbod van nieuwe woningen niet goed op elkaar aan. "Ik denk dat je blind bent als je niet ziet dat er in het woondossier allerlei obstakels zijn", aldus verantwoordelijk gedeputeerde Dick van der Velde.
Provincie wil woningbouw weer vlot trekken met woonagenda
"Hier en daar hebben we gebieden waar te veel plancapaciteit is [dat is het maximum nieuw te bouwen woningen, red.], hier en daar hebben we gebieden waar een tekort aan een bepaald soort woningen is, hier en daar hebben we gemeenten die te kampen hebben met capaciteitsproblemen", vervolgt Van der Velde. "Kortom: in de verschillende regio's op een verschillende manier zijn er obstakels waar de woonagenda een uitkomst voor kan bieden."

Voldoende ruimte

Volgens de provincie is er op het moment nog voldoende ruimte om nieuwe huizen te bouwen. "Maar is er de juiste ruimte op de juiste plekken?", vraagt de gedeputeerde zich af. "Dat hangt er per regio van af. Er zijn gebieden waar veel behoefte is aan eengezinswoningen, maar ook aan starterswoningen."
Vooral in Zeeuws-Vlaanderen lopen de vraag naar woningen en geplande bouwprojecten uit elkaar. "In een groot deel van Zeeuws-Vlaanderen is er best behoorlijke plancapaciteit, maar die wordt niet gebruikt. Terwijl er wel vraag is om op plekken te bouwen waar nu geen plancapaciteit is", legt Van der Velde uit. "Daar kunnen we goed in samenwerken om ervoor te zorgen dat we daar de juiste balans in gaan vinden."
Zeeuwse Woonagenda
René Ruissen, wethouder van de gemeente Hulst © Omroep Zeeland
De gemeente Hulst herkent dat de vraag naar en het aanbod van nieuwe woningen niet gelijk opgaan. "Er is een zekere mismatch", aldus verantwoordelijk wethouder René Ruissen. "Maar die kan opgelost worden juist door die woonagenda met elkaar te bespreken en met elkaar vast te stellen."

Geen doorstroming

Het grootste probleem is doorstroming op de woningmarkt. Hulst heeft vooral nieuwe woningen nodig voor starters, in kernen en levensloopbestendige woningen. "En dan wordt vaak gezegd 'dat zijn woningen voor senioren', maar dat is een misverstand", legt de wethouder uit. "Levensloopbestendige woningen zijn woningen waar je gaat wonen en waar je kan blijven wonen."
Er is altijd nog zoiets als een gesteld maximum. En wij hebben behoefte aan meer.
Wethouder René Ruissen
Waar de provincie de woonagenda ziet als dé manier om de woningbouw in Zeeland weer vlot te trekken, zien meerdere gemeenten het beleidsplan meer als een lobbystuk richting een nieuw kabinet om meer huizen in Zeeland te mogen bouwen. "Er is altijd nog zoiets als een gesteld maximum", legt Ruissen uit. "En wij hebben behoefte aan meer."
Het maximum nieuwe woningen dat Hulst mag bouwen is volgens de gemeente sowieso te laag ingeschat omdat er niet gewerkt is met de juiste cijfers. Dat gebeurt met de ladder stedelijke verduurzaming, het instrument dat de Rijksoverheid gebruikt om gemeenten aan te geven hoeveel zij mogen bouwen. "Wij hebben te maken met mensen uit Vlaanderen die graag in Hulst komen wonen", geeft Ruissen als voorbeeld. "Dat vertegenwoordigt een bepaalde behoefte, maar die zit niet in de ladderruimte opgenomen." Ook het huisvesten van statushouders wordt volgens Ruissen onvoldoende gewogen bij het toewijzen van bouwcapaciteit.

Ruimte creëren

Volgens de zienswijze van de provincie en gemeenten in de woonagenda, is er ruimte of af te wijken van de ladder stedelijke verduurzaming. "Ik zou zeggen dat die ruimte gecreëerd moet worden, maar intrinsiek lijkt mij die ruimte wel aanwezig," aldus Ruissen. "Maar daar moeten we wel het juiste gesprek voor voeren."
Het provinciebestuur denkt dat een nieuw kabinet de bouwladder weleens af zou kunnen schaffen waardoor er meer ruimte komt voor maatwerk. Ruissen rekent zich nog niet rijk. "Maar ik hoop het wel."