Dit voorjaar meer tekenbeten
Het aantal tekenbeten in Zeeland is dit voorjaar, ten opzichte van dezelfde periode in 2020 en 2019, toegenomen. Het is onduidelijk hoe de stijging verklaard moet worden: door het weer (nat voorjaar) of door het sterk toegenomen aantal natuurwandelaars (een gevolg van de coronamaatregelen).
De teller staat nu (bij het afsluiten week 19) op 45. Vorig jaar was dat in dezelfde periode 27 en het jaar daarvoor 25. Maar het is nog niet zo erg als topjaar 2018, met 70 tekenbeten in de eerste 19 weken.
Niet iedereen wordt ziek
Een ernstig gevolg van een beet door een teek kan de ziekte van Lyme zijn, een zeer langdurige chronische ziekte die veel verschillende aandoeningen tot gevolg kan hebben. Toch krijgt niet iedereen Lyme. Van de 45 meldingen vanuit Zeeland dit voorjaar betreffen er 43 alleen een beet. De twee andere beten hebben tot ziekteverschijnselen geleid.
In onderstaande grafiek zijn per week de verschillende meldingen bij elkaar opgeteld.
De statistiek is gebaseerd op de meldingen die gedaan worden (door particulieren en door artsen) op de website Tekenradar.nl. Boswachters in Zeeland kunnen de toename van dit voorjaar niet verklaren. De woordvoerder van de Stichting Tekenbeetziekten, die ook cijfers verzamelt, vermoedt dat het natte voorjaar gunstig is voor teken. Maar zij sluit ook niet uit dat de toename van de meldingen ook te maken heeft met de grotere bekendheid van die Tekenradar.
Kop van Schouwen gaat aan kop
De Kop van Schouwen gaat in Zeeland ook dit jaar weer aan kop in tekenbetenstatistiek. Van de 45 Zeeuwse meldingen tot nu toe komt meer dan de helft, 27, uit het natuurgebied dat het westelijke deel van Schouwen-Duiveland uitmaakt.
