Schorren zorgen voor minder slachtoffers bij dijkdoorbraak

Het schor bij de zeedijk van Ellewoutsdijk
Het schor bij de zeedijk van Ellewoutsdijk © Omroep Zeeland
In het radioprogramma de Zeeuwse Kamer spraken Tjeerd Bouma van het NIOZ en Vincent Vuik en Paul Visser van de TU Delft over hun onderzoek. "De zee liggen boven de gemiddelde zeespiegel. Op hoge bodems zoals schorren worden de golven eerder afgebroken", legt Vuik uit. Daardoor zijn de golven lager als ze bij de kust komen. "Op schorren leven ook nog planten en die zorgen er ook nog eens voor dat de golven nog lager komen. Daardoor wordt de kans op een dijkdoorbraak kleiner."
Als de dijk toch nog doorbreekt, zoals bij de Watersnoodramp in 1953, wat is dan het verschil tussen een dijk waar wel een schor voor ligt en waar niet? Op die vraag weet Visser het antwoord. "Zoals jullie in Zeeland wel weten waren de dijken in 1953 veel te laag. De golven sloegen toen gewoon over de dijk. Maar ik heb ontdekt dat als er een schor of natuurlijk kwelder voor de dijk ligt dan stroomt er aanzienlijk minder water de polder in", zegt Visser. "Dus scheelt dat ook heel veel slachtoffers mocht zo'n dijk toch doorbreken."

Dreiging van zeespiegelstijging

"De dreiging van klimaatverandering en zeespiegelstijging voor de toekomst van ons land wordt steeds reëler", zegt professor Tjeerd Bouma, onderzoeker aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) in Yerseke. "Op dit moment zijn we veilig en hebben we goede dijken. Maar er moet nagedacht worden over nieuwe kustlandschappen. Daar moeten we mee bezig blijven."