'Randstedelijke taalontwikkelingen dringen door tot Zeeuws dialect'

'Hou op met me', is een zinnetje dat nog maar heel kort bestaat. Nieuw taalgebruik is het, omdat de taal leeft en telkens weer anders is. Waar komt zo'n zinnetje vandaan? En, is het erg? De Zeeuwse taalkundige Ronny Boogaart gaf vandaag antwoord in het radioprogramma de Zeeuwse Kamer.
Leesplankje
Leesplankje met Zeeuwse dialectwoorden © Omroep Zeeland
Afgelopen weekend was hij in Zeeland en hoorde hij dat sommige randstedelijke taalontwikkelingen inmiddels ook tot het Zeeuwse dialect zijn doorgedrongen. "Het gebruiken van het woord 'missen' in plaats van 'ontbreken' bijvoorbeeld, in een zinnetje als 'er mist wat'. En ik hoorde ook vaak 'hun' in plaats van 'zij'. Dan wordt het dus 'hun komen' in plaats van 'zij komen'."
Hij lacht er smakelijk om, want Boogaart is taalkundige, geen taalpurist. "Dat kan ik ook niet zijn als taalkundige. Als taalkundigen houden ons wel bezig met wat mensen goed en fout vinden, maar zelf zeggen wij daar eigenlijk niet zoveel over. Wij onderzoeken wat er allemaal gebeurt."

'Hou op met me'

Met zijn studenten - Boogaart geeft les op de taalfaculteit van de Leidse universiteit - heeft hij het elk jaar over taalconstructies die een gevoel overbrengen. "Hoe komen we aan een zinnetje als 'hou op met me'. Dat wordt veel gebruikt op sociale media. Het is een soort spreektaal die gek genoeg nauwelijks in de spreektaal wordt gebruikt. Heel interessant."

Paniek wegpraten

Een Belgische krant schreef anderhalve maand geleden dat er 'diverse versoepelingen' in de nieuwe ANS - Algemene Nederlandse Spraakkunst - waren doorgevoerd. De clichés werden erbij gehaald: dubbele ontkenningen en 'groter als' zouden voortaan goedgekeurd worden, en het hele onderscheid tussen 'hun' en 'hen' zou richting vuilcontainer worden afgevoerd. "Ik zal even de paniek wegpraten", reageert Boogaart, die zelf meewerkte aan de nieuwe editie van de ANS. "De ANS keurt geen dingen goed of af. Taalkundigen hebben nul macht op dat gebied. Er bestaan ook helemaal geen van hogerhand opgelegde regels voor grammatica. De varianten 'groter dan' en 'groter als' bestaan' al honderden jaren naast elkaar."
Ook de dubbele ontkenning horen we in de spreektaal veel om ons heen. "Hij heeft nooit geen tijd", geeft Boogaart een voorbeeld. "Als je daar letterlijk naar kijkt, heb je altijd tijd. Maar als je kijkt naar hoe mensen het gebruiken, wordt de dubbele ontkenning eigenlijk gebruikt als een versterking. Je kunt moeilijk zeggen dat een spreektaalfenomeen onzin is. Als het maar begrepen wordt. Maar het is goed om te weten dat er iets mee aan de hand is, zeker wanneer je de taal formeel gaat gebruiken."

Taal leeft!

Het cliché is - zoals vrijwel altijd - waar: taal leeft. "Nieuwe generaties gaan ermee aan de haal en we zijn bovendien geen kleine geïsoleerde gemeenschap meer. Je hebt natuurlijk de standaardtaal, de spreektaal die zich steeds meer richting randstadnederlands beweegt en er zijn veel buitenlandse woorden."
Over dat laatste gesproken, we hoeven volgens Boogaart niet bang te zijn dat de Engelse taal het overneemt. "Daar zijn mensen onnodig bang voor. Er is een groot onderzoek geweest en het aantal Engelse woorden in dagbladen is de afgelopen jaren maar een klein beetje toegenomen. We gebruiken vooral Engelse woorden voor dingen die nog niet bestonden en die niet in het Nederlandse taalgebied zijn ontstaan."

De Zeeuwse 'g'

Boogaart groeide in de jaren zeventig en tachtig op in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. De overgang naar Amsterdam, waar hij begon met studeren, was een grote. "Je komt in een omgeving terecht waar niemand jouw dialect spreekt. Ik vond het allemaal wel interessant, maar als je zelf ergens komt waar standaardtaal wordt gesproken, wil je meedoen. En geen dialectspreker zijn. Ik deed erg mijn best. Zoveel jaren later weet ik nog steeds dat ik verbeterd werd. Dan zei iemand na een presentatie van mij dat hij aan mijn 'g's hoorde dat ik uit Zeeland kwam. Tijdens de introductieweek van de universiteit gebruikte ik wanneer ik biertjes ging halen typisch Zeeuwse zinnen als 'ik ga er wel even om'." Lachend: "Dat begreep natuurlijk niemand."