Vooral 50- tot 70-jarigen verdrinken: 'Overschat je zwemvaardigheid en conditie niet'

Niet kinderen maar mensen tussen het 50 en 70 jaar oud verdrinken het vaakst. Dat concludeert de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) die werkt aan een nationaal plan om het aantal verdrinkingen in Nederland terug te dringen. Jarno Hilhorst van de NRZ praatte erover in het radioprogramma de Zeeuwse Kamer.
Ouderen zwemmen open water
Niet kinderen maar mensen tussen het 50 en 70 jaar oud verdrinken het vaakst in open water © ANP
De NRZ is de instantie die ook de zwemdiploma's uitgeeft en die zich tot voor kort vooral bezighield met de zwemvaardigheid van kinderen. Belangrijkste doel van de raad is om de zwemveiligheid in Nederland op een zo hoog mogelijk niveau te brengen, en bij de kleinsten beginnen klinkt dan logisch.
Maar vorig jaar verschoof een deel van de focus richting ouderen. Niet zonder reden: wat open water betreft zijn het vooral volwassenen die verdrinken. Jarno Hilhorst van de NRZ weet weliswaar ongeveer wat de risicofactoren zijn, maar gedegen onderzoek is nodig om daar nog meer over te weten te komen. De komende maanden onderzoekt hij daarom samen met de Universiteit Leiden verdrinkingsgevallen in Nederlands open water in de groep 50 tot 70 jaar. "Die gaan we analyseren zodat we de oudere zwemmers in het vervolg kunnen adviseren hoe ze veiliger kunnen recreëren."

Zelfoverschatting

Even terug naar die risicofactoren, want welke zijn dat? "Overschatting van de eigen zwemvaardigheid, overschatting van de conditie en onderschatting van de risico's van open water.", somt Hilhorst er drie op. "Maar wij willen vooral ook weten hoe die dingen met elkaar samenhangen. Misschien dat beheerders van zwemplekken extra informatie hebben. Maar denk ook aan mensen die bíjna verdronken zijn, dat is een zeer relevante groep voor ons onderzoek. "
"Wat we ook meenemen: als je ouder wordt, gaan je vaardigheden en conditie wat achteruit. Het is ook goed om naar verantwoordelijkheid te kijken, Volwassenen zijn in tegenstelling tot kinderen zelf verantwoordelijk. Dat is prima, maar dan hebben ze wel goede informatie nodig zodat ze zich bewust zijn van de risico's."

Grote lijnen

Het onderzoek moet nog beginnen, maar Hilhorst kan wel al in grote lijnen schetsen welke kant het qua advies zal opgaan. "Denk aan: laat je als je gaat zwemmen of bootje varen informeren over risico's, ga niet alleen zwemmen, neem een zwemboei mee, weet goed wat je lijf kan, schat je eigen zwemvaardigheid goed in, doe een reddingsvest aan als je gaat varen en volg een opfriscursus in het zwembad."
Als je die adviezen ter harte hebt genomen, kun je inschatten of je écht naar de overkant van die recreatieplas moet zwemmen of niet. "Maar het blijft eigen verantwoordelijkheid."
Over drie jaar moet het nationale plan van Hilhorst en zijn collega's er liggen.
Zeeuwse Kamer over zwemveiligheid