Sluis bindt de strijd aan met toeristische verhuur

Het wordt lastiger om je huis in de gemeente Sluis te verhuren aan toeristen. Vanaf 2022 moeten huiseigenaren in bijvoorbeeld Nieuwvliet, Cadzand-Dorp, Zuidzande of Groede zich registreren en overnachtingen gaan melden bij de gemeente. Je mag je huis dan nog maximaal zestig dagen per jaar verhuren. Die periode is onaantrekkelijk voor beleggers, denkt het college van B en W van Sluis.
Belfort Sluis
Het Belfort in Sluis waar de gemeenteraad beslist over de toeristische verhuur © Theo Ide
Sluis bindt de strijd aan met de ongebreidelde toeristische verhuur. Want 'het loopt uit de klauwen' , vinden veel inwoners en dorpsraden. Natuurlijk brengen toeristen geld in het laatje en zorgen ze voor werkgelegenheid, maar bewoners ervaren regelmatig overlast van al die vakantiegangers in hun dorp. Die zijn er vaak maar kort, zetten de boel soms op stelten en maken geen deel uit van de gemeenschap. En in de winter staan veel huizen leeg, omdat de verhuurder er zelf ook niet woont.
Het onderwerp 'toeristische verhuur' is dan ook een heikel onderwerp in de streek. Want het gaat om veel meer: het gaat om de leefbaarheid en de voorzieningen in de dorpen, om het tweede woningbezit en om de overspannen woningmarkt in West-Zeeuws-Vlaanderen, die vrijwel volledig gedomineerd wordt door kapitaalkrachtige inwoners en beleggers, die op hun beurt starters en doorstromers het nakijken geven.

Spelregels zijn nodig

Sluis wil dan ook nieuwe spelregels invoeren, want op dit moment is er niks geregeld. Een huis als vakantiewoning verhuren mag officieel niet volgens het bestemmingsplan, maar het gebeurt toch en de gemeente heeft er geen grip op. Handhaven is nu lastig, omdat de gemeente alleen op meldingen van overlast kan afgaan. Ook heeft zij geen idee van de werkelijke omvang van het aantal overnachtingen.

Wat is vaak?

In de laatste gemeenteraadsvergadering werd al volop gediscussieerd over de manier waarop Sluis de verhuur moet reguleren, want verhuur van huizen aan toeristen is ook niet altijd onwenselijk. Zolang het maar incidenteel gebeurt en niet bedrijfsmatig. Alle politieke partijen willen in elk geval een registratie- en meldingsplicht invoeren voor huiseigenaren met verhuurplannen. Zo vangt de gemeente ook nog eens de nu misgelopen toeristenbelasting.
Plek waar waarschijnlijk een hotel wordt gebouwd in Retranchement
In Retranchement schieten de huizenprijzen de lucht in © Omroep Zeeland
Voor de oppositie ging die optie nog niet ver genoeg. De discussie spitste zich toe op de vraag hoeveel dagen iemand zijn huis dan wel mag verhuren. De coalitiepartijen VVD, Onafhankelijk West en Nieuw Gemeentebelang vinden 120 dagen een mooi aantal. Voor SP, PvdA en (een deel van de fractie) Dorpsbelangen en Toerisme zijn dertig dagen de max.

Zestig dagen zijn de max

Het college kiest nu voor maximaal zestig dagen, zoals ook het CDA wil. Volgens burgemeester en wethouders is dat aantal juridisch en beleidsmatig goed uit te leggen. Een bewoner kan zijn huis dan nog steeds verhuren in de periode dat hij zelf met vakantie is. Dat zijn meestal zes weken in de zomer en nog eens een aantal weekenden. Kom je uit op 60 dagen. Tegelijkertijd zet de gemeente met het zestig dagen-criterium beleggers een voet dwars. Voor hen wordt het onaantrekkelijker om tegen torenhoge prijzen huizen in de streek op te kopen, enkel met het doel om deze te gaan verhuren. Daar plukt de permanente bewoner uiteindelijk de vruchten van, hoopt het college.
De raad hakt donderdag 24 juni de knoop door. Inwoners kunnen tegen dat besluit nog wel bezwaar maken.