Problemen bij jeugdzorg zijn een tragedie voor getroffen gezinnen: 'Dit stapelt trauma op trauma'

Dat er al jaren problemen zijn in de Zeeuwse jeugdzorg is waarschijnlijk niemand ontgaan. Maar wat doet dat met de betrokken gezinnen? Esther Meijer uit Oost-Souburg kan daar als geen ander over meepraten.
Problemen bij de jeugdzorg: Esther had 51 contactpersonen bij vier jeugdzorginstellingen
Ze is sinds 2016 met haar gezin bij de jeugdzorg betrokken. In vijf jaar tijd heeft zij vier jeugdzorginstellingen zien komen en gaan en heeft ze in totaal met maar liefst 51 contactpersonen te maken gehad.

Ambtelijke molen

"Het begon toen ik met mijn kleine kinderen ben weggevlucht vanwege ernstig huiselijk geweld." Ze kwam in een blijf-van-mijn-lijfhuis in Zeeland terecht en schakelde jeugdzorg in, in de hoop op hulp. Maar ze kwam daardoor in een ambtelijke molen terecht van ondertoezichtstellingen en dwang-drang-kaders waar ze niet meer uitkwam.
In al die tijd had zij met in totaal 51 jeugdzorgmedewerkers te maken. "Die allemaal iets vinden, die allemaal een visie hebben, die allemaal het wiel opnieuw uit willen vinden, die bij de overdrachten aan elkaar onvolledige dossiers overdragen, waardoor je het zelf allemaal moet gaan bijhouden."
Esther Meijer jeugdzorg
Jeugdzorgcliënt Esther Meijer heeft een boekenkast vol officiële documenten en geluidsopnames © Omroep Zeeland
Ze is in de loop der jaren noodgedwongen bedreven geworden in juridische terminologie en het bijhouden van haar eigen dossiers. "Van het begin af aan merkte ik dat afspraken niet werden genoteerd of anders werden opgeschreven dan hoe het tegen mij gezegd werd. Daarom hou ik echt alles bij, tot het opnemen van telefoongesprekken aan toe. Zodat alle gedane beloftes zijn vastgelegd."

'Lastige ouder'

Die houding wekt soms bij jeugdzorgmedewerkers wat wrevel op. "Je staat al snel te boek als een lastige ouder. Maar ik wil gewoon dat mijn kinderen de zorg krijgen die ze verdienen. En dan is dit, door de problemen die er spelen in de jeugdzorg, helaas nodig."
Dat het bijhouden van haar eigen archief soms zijn vruchten afwerpt, blijkt uit een reeks zaken die ze aanspande bij klachtencommissies. "Die werden allemaal gegrond verklaard." Toch heeft ze daar in de praktijk weinig aan. "Want dat was bij de klachtencommissie van de vorige jeugdzorginstelling, Briedis. Nu zit ik bij het Leger des Heils en waarschijnlijk moet ik nu weer van voren af aan beginnen."
Het fysieke geweld is nu afgelopen, maar het geestelijke geweld gaat maar door.
Esther Meijer
Dat ze bij die vier jeugdzorginstellingen tot nu toe zo veel contactpersonen had, komt deels door het grote verloop onder jeugdzorgpersoneel. "Sowieso waren er veel wisselingen van de wacht, zo noem ik het maar. Veel medewerkers die stopten, maar ook medewerkers die van onze zaak gehaald werden omdat ze het een te moeilijke casus vonden. Het heeft veel verschillende oorzaken."

'Trauma op trauma'

Esther spreekt door deze situatie van een 'trauma op een trauma'. "Het fysieke geweld is nu afgelopen, maar het geestelijke geweld gaat maar door. Je moet steeds weer opnieuw je verhaal vertellen. Je gaat van rechtszaak naar rechtszaak, van medewerker naar medewerker, van afspraak naar afspraak. Dat heeft grote invloed op je gezin."
Ondertussen is er al jaren een beschikking voor psychologische hulp aan haar kinderen, maar ze hebben nog steeds geen psycholoog gezien. "En dan vraag ik me af: waar gaat dat geld naartoe?"

'Jeugdzorg als verdienmodel'

Ze was dan ook niet verbaasd dat ook Zeeuwse jeugdzorgorganisaties flinke winsten blijken op te strijken, zoals onlangs bleek. "Het lijkt erop dat jeugdzorg een verdienmodel is geworden, met mijn kinderen als melkkoe. Laat ik het zo zeggen: als dat geld in al die jaren aan mij was gegeven om te besteden aan mijn kinderen, dan hadden wij het nu veel beter."
Esther Meijer jeugdzorg
Dankzij haar eigen dossier werd de ene na de andere klacht gegrond verklaard © Omroep Zeeland
Haar eerste jeugdzorginstelling was JB West in Dordrecht, daarna volgde Intervence. Door de problemen in die organisatie ging haar zaak naar Briedis. Toen Briedis failliet ging, werd de casus overgenomen door het Leger des Heils, waar de zaak van Esther en haar familie nu onder behandeling is. Ook de contactpersoon die Esther daar heeft, is maar tijdelijk.

'Dat zou eigenlijk niet moeten kunnen'

Woordvoerder Menno de Boer van het Leger des Heils kan vanwege de privacy niet ingaan op individuele zaken, maar beaamt in algemene zin dat 51 contactpersonen wel érg veel is. "Zó veel contactpersonen, dat zou eigenlijk niet moeten kunnen."
Hij plaatst daarbij wel een kanttekening: "Het verloop onder jeugdzorgpersoneel is nu erg groot en je moet daardoor soms roeien met de riemen die je hebt. Maar dit is een wel heel groot aantal en dat is inderdaad onwenselijk."
De Boer belooft dat zijn organisatie er alles aan doet om ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk een vast contactpersoon komt voor alle cliënten die van Briedis zijn overgenomen. "Dat staat ook zo benoemd in de normen van de inspectie. Dus daar kunnen onze cliënten op rekenen."

'Eerst zien, dan geloven'

Het lijkt er dus op dat de 52ste contactpersoon voorlopig ook de laatste is. Maar Esther vindt het nog te vroeg om te juichen. "Die belofte hebben tot nu toe alle jeugdzorgorganisaties gedaan. Dus het is voor mij nu echt: eerst zien, dan geloven."
Ondertussen draagt zij zelf ook haar steentje bij aan het vinden van een oplossing, door mee te werken aan een werkgroep van de Zeeuwse gemeenten die met aanbevelingen komt voor een betere jeugdzorg. In die aanbevelingen staat onder meer dat er één contactpersoon per gezin moet komen, zodat er een vertrouwensband kan worden opgebouwd.
Ze hoopt dan ook dat er naar de aanbevelingen wordt geluisterd. Ze vermoedt dat de wil er wel is om het op te lossen, maar dat het simpelweg te moeilijk is om die oplossingen in de praktijk te brengen. Maar het kán wel, denkt ze. "Eerst moeten er heel veel neuzen dezelfde kant op. En dan moet je het niet alleen maar zeggen, maar het ook écht gaan doen."