'Zwarte schuren zijn het gezicht van Zeeland, die mogen niet verdwijnen'

Wie Zeeland zegt, zegt zee, strand en mosselen. Maar Zeeland kent ook een unieke boerencultuur, met historische zwarte schuren met witte kozijnen en deurposten. Deze monumentale schuren hebben eeuwenlang het gezicht van Zeeland bepaald, maar staan nu op het punt te verdwijnen. Door de modernisatie van de landbouw en het feit dat er veel schuren zijn gesloopt verandert het landschap.
Borsele zet zich in voor de Zeeuwse boerenschuur
Vooral in de gemeente Borsele is de traditionele Zeeuwse schuur nog een beeldbepalend element in het landschap. En als het aan de gemeente ligt, blijft dat ook zo in de toekomst. "Wat is Borsele zonder de zwarte boerenschuur? Het is een element van ons landschap wat heel karakteristiek is en dat willen we dus zeker behouden", aldus wethouder Kees Weststrate.
Veel schuren kampen met achterstallig onderhoud en moeten in de nabije toekomst worden opgeknapt. Volgens Weststrate is er voor eigenaren van een Rijksmonument of een gemeentelijk monument subsidie beschikbaar. "Daarnaast is het vooral maatwerk en moeten we in gesprek met eigenaren om te kijken hoe we als gemeente kunnen helpen om tot een passende oplossing te komen. Elke situatie is anders en het is namelijk altijd passen en meten. Het blijft een uitdaging."

Te intensief en te duur

Weststrate is zich bewust van het feit dat er ook boeren zijn die het onderhoud van een Zeeuwse schuur te intensief en te duur vinden en daarom hun schuur afbreken en vervangen door een grote moderne loods. "De meeste oude schuren zijn niet meer geschikt voor het materieel dat tegenwoordig over de weg rijdt en dus ook in die schuur moet. En die boer heeft wel een bedrijf te runnen." Maar hij hoopt toch dat eigenaren, met behulp van de gemeente, ervoor kiezen om zo'n schuur in stand te houden en besluiten om er bijvoorbeeld een loods in dezelfde kleuren naast te bouwen voor al het materieel. "En dat vraagt natuurlijk ook een investering van de eigenaren zelf."
De Zeeuwse schuur is een schuurtype dat voornamelijk in Zeeland en op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee voorkomt. Het meest opvallende aan de grote houten Zeeuwse schuur, is het scherpe wit van de kozijnen en deurposten tegen het zwart van de geteerde houten wanden.
In onderstaande video legt Gerard Smallegange uit waarom de witte lijnen zo belangrijk zijn op de schuur.
Een ander specifiek kenmerk van de traditionele Zeeuwse schuur is het rieten dak. Eerst hadden de schuren nog een dak van stro, dat de boeren zelf oogstten en een relatief goedkope dakbedekking was. Alleen heel rijke boeren konden een rieten dak betalen. Aan het eind van de negentiende eeuw kwamen er ook daken met rode pannen.
De meeste Zeeuwse schuren zijn behoorlijk groot en werden meestal met een kopgevel naar het noordwesten gebouwd om schade door noordwesterstormen zo veel mogelijk te voorkomen. In de Zeeuwse boerenschuur zijn de dorsvloer, tasruimte voor de oogst, koe- en paardenstal onder één dak bijeengebracht.
Na 1850 werden de boerenbedrijven in Zeeland kleiner. Bovendien nam het verbouwen van granen en peulvruchten af. De aardappelen en suikerbieten, die ervoor in de plaats kwamen, werden niet in schuren opgeslagen. Daarom werden bij nieuwe boerderijen kleinere schuren gebouwd en werden veel van de oude grote schuren afgebroken of kleiner gemaakt.
Ook de boerderijenstichting Zeeland vindt het jammer dat er steeds meer traditionele boerenschuren verdwijnen uit het Zeeuwse landschap en worden vervangen door moderne varianten. "Gelukkig zijn er ook loodsen die passen in het landschap en lijken op de traditionele boerenschuur van vroeger. Alleen worden er dan andere materialen gebruikt, zoals bijvoorbeeld planken van kunststof", aldus Gerard Smallegange van de boerderijenstichting. Maar er gaat volgens hem niets boven een echte houten schuur met rieten dak en hij is dan ook erg blij met de aandacht en inzet van de gemeente Borsele om deze bijzondere gebouwen zoveel mogelijk in stand te houden. "De gemeente Borsele heeft altijd al oog gehad voor de schoonheid van het boerenlandschap."

Stalling van caravans

Smallegange is blij met de betrokkenheid van de gemeente, maar hoopt wel dat het niet alleen bij woorden blijft. "Er is al in 2013 een nota geschreven, waarin staat dat de gemeente de traditionele Zeeuwse boerenschuur binnen de gemeente in stand wil houden. Het wordt dus tijd dat dit ook in de praktijk zichtbaar wordt." Volgens hem moet er dus nog meer aandacht aan worden besteed met meer mensen en meer middelen. "Meer subsidie, minder regelgeving ten aanzien van het onderhoud en soepeler omgaan met het bestemmingsplan." De huidige schuren zouden volgens Smallegange uitstekend dienst kunnen doen als stalling van caravans of paarden. Ook zou je er appartementen van kunnen maken voor de verhuur.