Rijkswaterstaat wil vaker dode walvissen laten liggen: 'Stankoverlast valt erg mee'

Rijkswaterstaat wil vaker dode, gestrande walvissen laten liggen zodat de kadavers op een natuurlijke manier kunnen vergaan. In de Waddenzee wordt er nu een proef gedaan.
Dode walvis ligt op de kade, klaar voor onderzoek
Dode walvis ligt op de kade, klaar voor onderzoek © HV Zeeland
Op Rottumerplaat vergaat momenteel een aangespoelde, dode dwergvinvis op een natuurlijke manier. In opdracht van Rijkswaterstaat wordt het kadaver van de vinvis door onderzoekers van Wageningen Marine Research in de gaten gehouden. Aan RTV Noord vertelt Hoeksema dat het dier langzaamaan vergaat: "Alleen de botten en de huid zijn nog over en de stankoverlast valt heel erg mee. Alleen vlakbij het kadaver is de geur merkbaar."

Kansen op Walcheren

Hoeksema ziet ook op Walcheren kansen om dode walvissen aan de kust te laten liggen: "Op Walcheren spoelen merkwaardig genoeg heel veel dode walvissen aan. De landschapsorganisaties in Zeeland vinden het een goed idee om de kadavers te laten liggen. Als de partners in de regio er ook enthousiast van worden, dan zou dat mooi zijn."

Veel kosten

Volgens Hoeksema is het laten liggen van de kadavers niet alleen natuurlijk, het bespaart ook geld: "Het opruimen van een kadaver kost, afhankelijk van de grootte, tussen de twintig- en vijftigduizend euro. Als dat niet meer nodig is, hoef je die kosten ook niet te maken."
Na de evaluatie van de proef op Rottumerplaat wil Rijkswaterstaat in gesprek met verschillende betrokkenen over het plan.