Vergoeding Statenleden waarschijnlijk voor zomer 2022 omhoog: 'Inzet is met terugwerkende kracht'

Demissionair minister Kasja Ollongren wil voor volgend jaar zomer regelen dat de vergoeding voor Statenleden omhoog gaat. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer. Zeeuws Statenlid Harold van de Velde (SGP) vindt dat goed nieuws, maar wijst er wel op dat het ook met terugwerkende kracht zou moeten gebeuren. Uit eerder onderzoek blijkt dat de lage vergoeding problemen oplevert binnen de Zeeuwse politiek.
'Vergoeding statenleden voor de zomer met terugwerkende kracht omhoog'
In aanloop naar de vorige Provinciale Statenverkiezingen haakten in Zeeland meer dan de helft van de Statenleden af, zo concludeerde de landelijke beroepsvereniging voor Statenleden. Van de Velde is voorzitter van die vereniging. Eerder zei hij daarover: "Die omloopsnelheid van Statenleden in Zeeland is gigantisch en dat is slecht voor de dossierkennis. Daardoor kunnen Statenleden niet altijd even grondig op een dossier zitten en dat is dan weer slecht voor de inwoners van Zeeland."

Groot verloop is het gevolg

Met de toezegging van de minister in de brief is Van de Velde deels gerustgesteld. "Ik verwacht van de minister dat zij woord houdt en dat de vergoeding voor de zomer omhoog gaat en dat de vergoeding daarbij gelijk getrokken wordt aan de vergoeding van raadsleden in grote gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners. Die hebben namelijk evenveel tijdsbesteding naast hun gewone baan. Mijn inzet is om dit met terugwerkende kracht te doen (voor de huidige statenleden red.)."
Het probleem van de hoogte of beter gezegd de laagte van de vergoeding speelt al jaren. Zo wordt het grote verloop van Statenleden grotendeels toegeschreven aan de lage vergoeding. De hoop is dat een definitieve verhoging bijdraagt aan het behouden van huidige Statenleden maar ook voor nieuwe aanwas. Hoewel de nieuwe Provinciale Statenverkiezingen al in 2023 gehouden worden verwacht Van de Velde dat het nog wel op tijd zal zijn. "Ik acht die kans heel erg groot en ik ben blij dat de minister nu zegt: ik ga het voor de zomer 2022 doen."