Voor 1 juni beslissing over toekomst Intervence

Nu de inspectie en de Jeugdautoriteit positief zijn over een mogelijke overname van jeugdbeschermingsorganisatie Intervence door Jeugdbescherming west zijn de Zeeuwse gemeenteraden aan zet. De komende maanden moeten die beslissen of de overname doorgaat. Voor 1 juni moet de kogel door de kerk zijn.
Voor 1 juni beslissing over toekomst Intervence
Het is dan ook vooral de vraag of de gemeenteraden de eisen van Jeugdbescherming west uit Den Haag willen inwilligen. Zo wil de Haagse jeugdbeschermer een contract van vijf jaar, maar dat mag vanuit Europese regelgeving niet.

'Kijken wat mogelijk is'

Wethouder Jack Werkman: "We zijn volop bezig op het juridische vlak om te kijken wat daar wel of niet mogelijk is". Wethouder Jack Werkman is jeugdzorgwethouder van de gemeente Sluis en spreekt namens alle dertien jeugdzorgwethouders.
De gemeenten staan straks voor een dilemma: meegaan met de vijf-jaar eis en Europese regels overtreden of zonder overnamepartner zitten voor Intervence. Voor 1 juni moeten alle Zeeuwse gemeenten zich over de mogelijke overname hebben uitgesproken.

Het prijskaartje

Intervence moest stoppen van de Zeeuwse gemeenten omdat de organisatie te duur was en niet efficiënt werkte. Op de vraag of Jeugdbescherming west dan goedkoper zal zijn moet Werkman het antwoord nog schuldig blijven: "Dat moeten we nog zien. De businesscase ligt er nu en de financiële plaatjes zitten er in." Werkman hoopt vooral dat er snel duidelijk komt voor alle betrokkenen. "De gezinnen en de kinderen staan voorop samen met het perspectief voor de medewerkers."
Sinds december is er onzekerheid over de toekomst voor Intervence. Eerst werd er gestuurd op het verdelen van de gezinnen en medewerkers over drie andere jeugdbeschermingsorganisaties. Nu lijkt een gehele overname het meest waarschijnlijke scenario. Werkman: "Het is een complex dossier waar we telkens stappen in maken, maar we doen soms twee stappen vooruit en dan weer een stap achteruit."
Wat doet Intervence?
Intervence beschermt de kinderen in Zeeland die dat het hardst nodig hebben. Als er bijvoorbeeld sprake is van mishandeling of verwaarlozing thuis. Vaak gebeurt dat ingrijpen door Intervence op verzoek van de kinderrechter. In 2019 kregen bijna 900 kinderen, uit zo'n 600 gezinnen, met de instelling te maken.
Waarom alle ophef?
Gemeentes besloten eind vorig jaar te stoppen met het financieren van de jeugdbeschermingsorganisatie in Middelburg. Intervence was te duur en werkte niet efficiënt genoeg, werd er gezegd.
Het was de bedoeling dat de meeste medewerkers van Intervence naar drie andere jeugdbeschermingsorganisaties over zouden gaan. Voor die overgang werd drie miljoen euro gereserveerd. Maar dat plan leidde tot onrust onder personeel en gezinnen. Verschillende Inspecties zetten er een streep door. En ook Minister Dekker bemoeide zich ermee. De zorg was niet voldoende gewaarborgd, was hun boodschap.
Wat gebeurt er nu?
Nu moeten de gemeentes kijken naar een overname van heel Intervence door een grotere organisatie, Jeugdbescherming west uit Den Haag.
Dekker liet recent nog weten dat sinds de onrust over Intervence naar buiten kwam, tachtig gezinnen moesten wisselen van hulpverlener, ook wel gezinsmanagers genoemd. Verschillende hulpverleners zijn vertrokken. Dat is iets wat alle betrokkenen, inclusief gemeentes, juist altijd wilden voorkomen.