Zeeuwen die niets via internet kopen: ze zijn er nog wel, maar het aantal slinkt

Er zijn op dit moment 42.000 volwassen Zeeuwen die géén inkopen via het internet doen. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat, het Europese CBS. Vijf jaar geleden waren er nog 94.000 Zeeuwen die niet aan internetshoppen deden en dat aantal is sindsdien snel gedaald. Zeeland liep toen achter, maar heeft nu het Nederlandse gemiddelde bereikt.
Riet Saalmink (80) bezorgt pakketten in 'haar' wijk Mortiere
Pakketbezorger onderweg © Omroep Zeeland
In 2020 schuwde in Nederland en ook in Zeeland nog maar 13 procent van de bevolking nog het internet bij aankopen. In Europa is het bijna nergens zó laag. Ook in Vlaanderen ligt het percentage hoger: op 37 procent.
Maar van alle Italianen heeft 71 procent geen enkele internetaankoop gedaan in 2020. In Bulgarije ligt het cijfer nog hoger: op 73 procent. Zeeland en Nederland worden hier wel voorbijgestreefd door Denemarken: slechts 9 procent van het Deense winkelende publiek blijft weg van internet.

Ontwikkeling sinds 2016

Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling sinds 2016 van internetshoppen: Zeeland wordt vergeleken met Nederland als geheel en met Vlaanderen.
In deze grafiek zijn de Zeeuwse buurprovincies Zuid-Holland en Noord-Brabant niet opgenomen: daar liggen de percentages internetschuwenden ietsje hoger dan in Zeeland.

Contact met de overheid

Als het gaat om contact met (plaatselijke) overheidsinstanties via internet laten Nederland en Vlaanderen hetzelfde beeld zien als bij internetaankopen. Met één verschil: in Zeeland zakt het cijfer internetschuwenden de laatste jaren wel, maar onze provincie loopt op dit vlak iets achter bij de rest van Nederland. Zo'n 17 procent van de volwassen Zeeuwen, 55.000 mensen, heeft in 2020 geen officiële instanties benaderd via internet.
Het cijfer per land kan beïnvloed worden door de service die met name plaatselijke overheden bieden. Als je je nieuwe paspoort gewoon op het gemeentehuis kunt aanvragen, waarom zou je dat dan via internet doen? Maar over die verschillen biedt Eurostat geen cijfers.