Dode vinvis Terneuzen werd aangevaren in Golf van Biskaje
De dode vinvis die vorige week maandag op de boeg van een containerschip in Terneuzen terechtkwam, heeft drie tot vier dagen meegevaren.

Dat blijkt uit onderzoek door de Universiteit Utrecht en 'de snijploeg' van Naturalis in Leiden van de dode vinvis die vorige week in de haven van Terneuzen werd aangetroffen.
Onderzoeker Lonneke IJsseldijk vermoedt dat het beest ter hoogte van de Golf van Biskaje - het deel van de Atlantische Oceaan dat loopt van de noordkust van Spanje tot aan Bretagne - op het schip terecht is gekomen. "Dat ligt het meest voor de hand; we weten hoe lang de vinvis dood was toen we hem gingen onderzoeken, we kennen de route van het schip en we weten dat ze daar voorkomen."
Bulbsteven
Het schip was op weg van Turkije naar Nederland. Volgens de onderzoekers stierf de walvis kort na de botsing met de bulb. Dat is het torpedovormige onderdeel van de boeg van grote schepen. Het bevindt zich onder de waterlijn. "Het komt vaker voor dat vinvissen daar tegenaan komen. De bemanning van een schip merkt er niks van. Het is te vergelijken met een vlinder die op de grille van je auto terechtkomt."
Onvolwassen mannetje
Op basis van de lengte van 'de vinvis van Terneuzen' denken IJsseldijk en haar collega's dat het om een onvolwassen mannetjeswalvis gaat. "Volwassen vinvissen worden 17,5 meter en langer. Met een jaar of zeven zijn ze volwassen. Onze vinvis was iets kleiner en dus iets jonger, ik schat een jaar of vier, vijf."