Bommelder Omroep Zeeland krijgt vier weken cel

De 38-jarige man die in mei 2018 een bommelding deed bij Omroep Zeeland heeft in hoger beroep een maand gevangenisstraf waarvan twee weken voorwaardelijk gekregen. De man uit Vlissingen werd eerder veroordeeld tot twee maanden cel door de rechtbank in Middelburg, maar ging in hoger beroep.
Omroep Zeeland_Kanaalstraat 64_Oost-Souburg
Het gebouw van Omroep Zeeland in Oost-Souburg © Omroep Zeeland
Dat de straf lager uitvalt, is onder meer te wijten aan het feit dat de zogenaamde redelijke termijn is overschreden. De man heeft lang moeten wachten op zijn berechting.
Naast de bommelding die hij in 2018 deed, is hij in hoger beroep ook veroordeeld voor de mishandeling van zijn buurvrouw in 2016.

Balk over schutting

De verdachte had in 2016 in Oost-Souburg een balk over de schutting van zijn buurvrouw gegooid. Zij raakte daarbij gewond en kreeg vervolgens angstaanvallen. De omroep plaatste na een politiebericht een verhaal op de site. De man vond dat niet fijn, omdat hij, naar eigen zeggen, daarop werd aangesproken.

Dreiging met bom

Vervolgens eiste hij dat de omroep het verhaal van de website zou verwijderen. Om zijn verzoek kracht bij te zetten, bedreigde hij de omroep met een bom.

Grote impact

De directeur van Omroep Zeeland, Monique Schoonen, maakte twee weken geleden gebruik van haar spreekrecht tijdens de zitting bij het gerechtshof in Den Bosch. Zij verklaarde dat de bedreigingen een grote impact hebben gehad op medewerkers.
De man plaatste teksten op sociale media als: "Weet je hoe de Utabomber zijn ontevredenheid liet zien? Google het even, kan je het zien." en "Heb je wel eens een droom gehad waar iemand met een gun naar je toe kwam en hem tegen je slaap zette? Ik nooit.."

Volgen op straat

Ook na de bedreigingen bleef de man medewerkers lastigvallen door hen op straat te volgen en hinderlijk te bejegenen. Het hof rekent dit de verdachte ernstig aan, omdat journalisten hun werk onbevreesd en in vrijheid moeten kunnen uitvoeren.

Geen verantwoording nemen

In 2014 is de man eerder voor een geweldsdelict veroordeeld en in 2019 opnieuw, volgens het hof blijkt dat de eerder ingezette zorg niet heeft gewerkt. Ook het feit dat de man niet bij de rechtszaak aanwezig was en zijn advocaat liet weten dat zij al enige tijd niet meer met hem in contact kan komen, ziet het hof als geen verantwoording nemen voor zijn gedrag.