OM eist celstraf tegen hoogbejaarde en gezin die verdacht worden van invoer cocaïne en witwassen

Tegen een 84-jarige man uit Sint Philipsland, zijn vrouw (79), zoon (56) en dochter (50) zijn vandaag straffen geëist tot zes jaar cel. In 2016 viel de politie het bedrijf van de familie in Sint Philipsland binnen en vond daar honderden kilo's cocaïne. De zaak werd vandaag behandeld in de rechtbank van Breda.
De politie na de inval in Sint Philipsland
De politie na de inval in Sint Philipsland © Omroep Zeeland
Het Openbaar Ministerie ziet de zoon als hoofdverdachte in de zaak en beschuldigt hem daarom als enige van de invoer van drugs. Het OM eist daarom zes jaar tegen de man. De andere verdachten staan alleen terecht voor het witwassen van grote sommen geld.
Het OM eist een gevangenisstraf van twaalf maanden tegen zowel de vader als de moeder. Tegen de dochter is een celstraf van 248 dagen geëist, met aftrek van voorarrest. Daarnaast eist het OM tegen de vader, moeder en dochter een boete van 20.000 euro. Als het aan het OM ligt betaalt de zoon een hogere boete, 50.000 euro.

Hoe zat het ook alweer:

De familie had een papierbedrijf en importeerde papier uit Zuid-Amerika. Het papierbedrijf kwam in maart 2016 in het vizier van de politie. In de haven van Antwerpen wordt 608 kilo cocaïne gevonden in een container met papier. De container was bestemd voor het papierbedrijf. De Belgische douane haalt de drugs uit de container en laat de vracht afleveren in Sint Philipsland. Als een paar weken later opnieuw drugs (394 kilo) wordt gevonden in een lading bestemd voor het papierbedrijf wordt er een inval gedaan bij het bedrijf.

394 kilo cocaïne

Vader, zoon, dochter en twee vrachtwagenchauffeurs worden bij die inval opgepakt. Bij doorzoekingen in het bedrijf en de woonhuizen van de familie worden grote hoeveelheden contant geld gevonden en verschillende dure auto's in beslag genomen. Al snel blijken de twee vrachtwagenchauffeurs niks met de zaak te maken hebben en worden weer vrijgelaten.
Het bedrijf is vorig jaar opgeheven.
De familie heeft hun betrokkenheid altijd ontkend. Volgens hun advocaat heeft het OM de verkeerde mensen te pakken, en wist de familie niets van de partijen drugs die in 2016 zijn gevonden. Maar daar gaat het OM niet in mee. Volgens de officier van justitie is de zoon 'geen keurige bonafide papierhandelaar', maar is hij actief in de internationale drugshandel en gebruikte hij het bedrijf als dekmantel.

Niet voor het eerst verband met drugs

De officier van justitie wijst erop dat het niet voor het eerst is dat de familie in verband wordt gebracht met drugs. Zo werd er in 1999 op het terrein van de papierhandel een amfetaminelaboratorium aangetroffen en duikt de naam van de zoon in meerdere drugsonderzoeken van de politie op.

Contant geld

De verdachten geven uiteenlopende verklaringen voor het bezit van het contant geld. Zo wantrouwt de vader banken en heeft hij het geld dat hij heeft verdiend met de verkoop van huizen nooit op een rekening gestort. Bij de zoon zou het om fooiengeld gaan dat hij heeft opgespaard met zijn werk als portier, en met de verkoop van oude munten en een aantal schilderijen van Herman Brood.
De politie deed een inval bij het bedrijf van de familie
De politie deed een inval bij het bedrijf van de familie © Omroep Zeeland
De officier van justitie heeft geen hard bewijs dat het contante geld afkomstig is uit criminele activiteiten, maar wel sterke vermoedens. Daarbij opgeteld 'de algemene bekendheid dat het in bezit hebben van grote sommen contant geld ongewoon is', ziet het OM voldoende bewijs om aan te nemen dat het geld is verdiend met criminele activiteiten.

Vrijspraak op alle feiten

De verdediging wil vrijspraak op alle feiten en vindt het bewijs dat het OM aanlevert mager. "Het is een onlogische gang van zaken die door het OM wordt geschetst. Het zou lachwekkend zijn, als er geen zes jaar cel zou zijn geëist."

Zaak heeft zes jaar op zich laten wachten

De reden dat het bijna zes jaar heeft geduurd voordat de rechtszaak van start is gegaan, heeft ermee te maken dat er getuigen in het buitenland moesten worden gehoord en er een andere officier van justitie op de zaak werd gezet, die de zaak anders wilde aanpakken. Het OM heeft echter geen rekening gehouden met de lange wachttijd, omdat de vertraging volgens de officier van justitie vooral werd veroorzaakt door de extra onderzoekswensen van de verdediging.
De rechter doet op 23 februari uitspraak.