Goese snackbar Wendy's krijgt geen 6,5 miljoen van Amerikaanse fastfoodgigant

Dat blijkt uit een onlangs openbaar geworden uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Goese snackbarhouder Raymond Warrens is al een kwarteeuw in een juridisch gevecht verwikkeld met de gelijknamige Amerikaanse hamburgergigant, die 7.000 vestigingen heeft en 1,5 miljard euro omzet draait.

Warrens registreerde de naam Wendy's - de naam van zijn dochter - halverwege de jaren negentig als merkenrecht voor de Benelux. Vlak daarna wilde de Amerikaanse Wendy's dat ook, maar daar stak de rechter een stokje voor. Dankzij Warrens heeft het grote Wendy's geen enkele vestiging in Nederland, België en Luxemburg.

Na die eerste zaak trokken de vermogende Amerikanen bij de rechter telkens opnieuw aan het kortste eind. In de media werd de juridische strijd tussen Wendy's en Wendy's daarom al vergeleken met de strijd tussen David en Goliath.

In 2000 oordeelde de rechtbank in Middelburg bijvoorbeeld dat het recht op de merknaam Wendy's voor restaurants inderdaad bij de Zeeuwse ondernemer berust. Amerikaanse pogingen om die uitspraak terug te draaien, strandden in 2012 voor het Haagse gerechtshof en in 2013 voor de Hoge Raad. Afgelopen november nog besloot het gerechtshof in Den Bosch dat de Zeeuwse snackbar haar Beneluxmerk Wendy's mag behouden.

Maar nu is er dus een keer slecht nieuws voor Warrens. In het voorjaar van 2020 spande hij zelf een zaak aan waarin hij 6,5 miljoen euro aan dwangsommen claimde omdat de Amerikanen weliswaar geen restaurants in Nederland exploiteren, maar wel Nederlandse vennootschappen bezitten die de naam Wendy's dragen. Maar de rechter heeft geoordeeld dat daarmee geen inbreuk wordt gemaakt op het merkrecht van de Goese Wendy's.