Oud-commando's beleven emotioneel weerzien met familie na negenhonderd kilometer wandelen
Met dik negenhonderd kilometer in de benen kwam een groep oud-commando's vanochtend aan in Vlissingen. Ze lopen de Normandië Memorial Mars, van Sainte-Mère-Eglise naar Roosendaal. Het is de route die de Canadese en Poolse bevrijders volgden om Nederland te bevrijden in de Tweede Wereldoorlog. Na drie weken lopen werden de oud-commando's door familie en vrienden onthaald bij het herdenkingsmonument op Uncle Beach.
Na 900 kilometer vallen deze oud-commando's in de armen van hun familie
Martijn Louws uit Oostburg is een van de Zeeuwen die meeloopt in de mars. Vorig jaar stond in het teken van voorbereidingen, maar desondanks bleek het een zware onderneming, zegt hij. "Je weet niet waar je aan begint. Maar als je het in stukjes knipt, dan gaat het uiteindelijk wel. Je bent met elkaar, je sleept elkaar er doorheen."
'Het is onbeschrijfelijk'
De oud-commando's zijn zichtbaar emotioneel bij de aankomst in Vlissingen. "Het is heel bijzonder om dit te doen. De hele route is een aaneenschakeling geweest van mooie momenten, bijzondere momenten, herinneringen. Het is onbeschrijfelijk."

De mars wordt gelopen ter ere van het jubileum van de commandotroepen. Op 22 maart, de dag dat de oud-commando's aankomen op het eindstation in Roosendaal, is het precies tachtig jaar geleden dat het korps werd opgericht. Ook fungeert het als sponsorloop voor het Prinses Beatrix Spierfonds.
Dat maakt de tocht extra bijzonder. Eén van de oud-commando's die mee zou lopen, werd afgelopen jaar gediagnostiseerd met de spierziekte ALS. In Vlissingen wacht hij de groep op in een rolstoel, om samen met zijn kameraden over de dijk naar het herdenkingsmonument op Uncle Beach te rijden. "Hoe bizar is dat, je loopt voor een goed doel. En dan blijkt een van je medelopers die ziekte te krijgen. Dat hakte er wel in", aldus Louws. "Daarom heb ik ook een beetje tranen in mijn ogen", geeft hij toe.
Weerzien met trotse familie en vrienden
Na een korte toespraak van een van de lopers en de burgemeester, vallen de oud-commando's hun familie in de armen. Kleinkinderen rennen op hun opa's af, trotse schouderklopjes worden uitgedeeld.
"Het is een emotioneel weerzien", zegt Louws. Ook zijn familie, waaronder zijn moeder, staat hem op te wachten bij het monument. "Ze wilde eigenlijk niet dat ik commando zou worden, maar ik heb het toch gedaan. Nu is ze trots."
Nog een paar dagen en dan zit de toch erop voor Louws en zijn kameraden. "Dan ga ik de blaren van mijn voeten pellen en maar eens een paar dagen uitrusten."