Business Club Goes en Hoek-spelers komen er ook voor de kantonrechter niet uit
Het juridisch getouwtrek tussen Hoek-voetballers Roycel James en Steve Schalkwijk en de Business Club Goes houdt aan. Dinsdag kwam het, ondanks bemiddeling van de kantonrechter, niet tot een financiële regeling tussen beide partijen. De kantonrechter komt volgende maand met een uitspraak.
De voetballers tekenden eerder dit jaar een contract bij de Business Club Goes (BCG), een groep geldschieters die het financieel mogelijk maakt dat de Bevelandse club op het derde amateurniveau van Nederland speelt. Enkele weken later besloten beide spelers echter alsnog bij Hoek te blijven.
Schalkwijk en James tekenden een contract bij de BCG, waarin staat dat bij contractbreuk een schadevergoeding van, naar verluidt, vijfduizend euro betaald dient te worden. Sinds 1 januari van dit jaar heeft de KNVB de reglementen omtrent spelerscontracten echter aangepast.
Contractbreuk?
Spelers mogen alleen nog een officieel KNVB-contract of een overeenkomst met een aan de voetbalbond gelieerde stichting sluiten. De BCG had op het moment van tekenen nog geen goedkeuring van de voetbalbond, die volgde pas enkele maanden later.
Het gesteggel in de rechtbank ging hoofdzakelijk over de rechtsgeldigheid van de getekende contracten. Kamp James/Schalkwijk beweerde dat zij van het contract af wilden, zodra ze erachter kwamen dat het niet geregistreerd stond bij de KNVB. "Ik zou dan dit seizoen niet kunnen voetballen", aldus James.
Volgens de BCG, vertegenwoordigd door voorzitter Rinze Back en lid van de technische commissie Hugo Barends, was daar echter geen sprake van. Zodra de stichting als zodanig door de KNVB erkend zou worden, konden Schalkwijk en James geregistreerd - en dus speelgerechtigd - worden. "Beide spelers waren hier ook vanaf het begin van op de hoogte", zei Back.
Uitspraak kantonrechter
De kantonrechter verzocht beide partijen nog een laatste verzoeningspoging te doen, voor hij zich over de zaak zou buigen. Dat leverde niets op, de verschillen in financieel opzicht bleven onoverbrugbaar, en dus houdt het juridisch getouwtrek nog altijd aan. De uitspraak van de kantonrechter is op dinsdag 11 oktober.
