Zeegroenten snijden zorgt voor negatieve effecten op natuur, regels worden aangepast
Als het snijden van zeegroenten op de huidige manier mogelijk blijft, volgen er "significante negatieve effecten op de natuur". Dat wijst een rapport van onderzoeksbureau Waardenburg uit. Toch zijn alle betrokken partijen het erover eens: de traditie van het zeegroenten snijden moet behouden worden. Daarom moeten de provincie, Stichting Het Zeeuwse Landschap en Staatsbosbeheer met nieuwe regels komen.

Maar wat moet er dan precies anders? Volgens gedeputeerde Anita Pijpelink draait één van de voorbeelden om de locaties. "In bepaalde gebieden kan het gewoon echt niet meer. Het verstoort bijvoorbeeld broedende vogels waardoor je minder broedsucces hebt." Dat moet volgens Pijpelink anders. Daarom is er in overleg met de terreinbeheerders besloten om vanaf volgend jaar een aantal gebieden te gaan sluiten.
Dit zijn de vijf gebieden waar niet meer gesneden mag worden:
- De Oesterput (gemeente Noord-Beveland) vanaf 2023
- De schorren van de Anna Jacobapolder-West (gemeente Tholen) vanaf 2024
- De schorren bij Anna Jacobapolder-Oost (gemeente Tholen) vanaf 2026
- De Rattekaai (gemeente Reimerswaal) vanaf 2026
- De schorren bij Sint Anna land (gemeente Tholen) vanaf 2026
Tegelijkertijd kijken de partijen ook naar nieuwe plekken. Want het is niet de bedoeling dat er uiteindelijk minder plek is om zeegroenten te laten groeien. "We hebben zeker nieuwe gebieden op het oog. Met name op Tholen, juist ook omdat daar nu enkele gebieden gesloten worden. Met de gemeenten en terreineigenaren gaan wij als provincie nu kijken wat er mogelijk is." Eén van die nieuwe locaties die onderzocht worden, is het schor van Sint Philipsland. Dat plan zou op korte termijn al ontwikkeld kunnen worden.

Een ander plan is om de toegang voor het snijden flexibeler te maken. "We willen met een digitaal reserveringssysteem gaan werken. Als je een vergunning hebt gekregen, dan kun je in dat systeem aanmelden. Voorheen was de vergunning gekoppeld aan een gebied, maar nu kun je op verschillende gebieden intekenen." Dat moet ertoe leiden dat terreinbeheerders meer inzicht krijgen wie waar en wanneer plukt en dat gebieden flexibel kunnen worden opgesteld. "Dat ze bijvoorbeeld kunnen zeggen: in dit gebied kan het nu even niet, want er zitten vogels te broeden. Wellicht kan een ander gebied dan al eerder opengesteld worden."
Nog maar één kilo snijden
Vanaf volgend jaar komt er ook nog bij dat, zoals eerder gemeld, er per keer minder gesneden mag worden. Van 2,5 kilo nu naar één kilo volgend jaar. Maar volgens Pijpelink levert dat geen problemen op. "Wat ik begrijp van de snijders, is dat het lang niet altijd gaat om het aantal kilo's, maar met name om de beleving en het eigen kostje uit de natuur kunnen halen. En dat blijft."
Want, zo benadrukt Pijpelink: "We willen samen met de terreinbeheerders de traditie behouden. Maar die kan je alleen behouden als je een aantal dingen gaat wijzigen." Het reserveringssysteem zal volgend jaar direct in gebruik worden genomen. Voor nieuwe locaties is wat langer de tijd nodig, al verwacht de provincie dat het gelijk op zal gaan met de sluiting van de oude gebieden.