Sandra H. in hoger beroep: 'Geen moord, hooguit doodslag'

Volgens haar advocaat Pieter van de Kerkhof, kan zijn cliënt zich niet vinden in de veroordeling voor moord. "Wij hebben bepleit dat hooguit sprake is van doodslag. Het is erg opmerkelijk dat de rechtbank zich in het vonnis baseert op een getuige die in de ogen van het Openbaar Ministerie en van ons, onbetrouwbaar is. Dat vinden we onbegrijpelijk."

De getuige vertelde aan de politie dat zij die bewuste middag in de winkel, tijdens het kopen van twee kaarten en vier pakjes wierook, gekreun hoorde. "Het gekreun duurde best lang, tien of zeven seconden", zo beschreef de rechter de getuigenis. De getuige verklaarde dat Sandra schrok, bleek werd en zei dat ze even ging kijken. "Eén of twee minuten later kwam ze terug en vertelde dat het in orde was. Het gekreun was gestopt. Er was achter het gordijn geen woord gezegd", aldus de rechtbank.

Deze getuigenis is de basis voor de veroordeling voor moord met voorbedachte rade. Het Openbaar Ministerie had eerder deze getuigenis in twijfel getrokken, want die dag werd een nieuwe corona-lockdown ingesteld, maar dat argument verwierp de rechtbank. Vooral omdat de getuige over het voorval praatte met haar zoon, voordat bekend was dat Ichelle werd vermist. "Zijn moeder vroeg zich af of ze aangifte moest doen, maar ze wist niet of er iets ergs gebeurd was", beschrijft de rechtbank in zijn vonnis.

De advocaat benadrukt dat hij het voor de betrokkenen vervelend vindt dat er een hoger beroep komt. "Maar met dit vonnis kunnen we niet anders."

In eerste instantie ontkende Sandra H., die een winkel had in dezelfde straat als Ichelles naaiatelier in Oostburg, iets met de verdwijning van Ichelle te maken te hebben. Ze riep zelfs op om te helpen met zoeken op sociale media en vertelde zich ook zorgen te maken. Later bekende ze alleen geholpen te hebben bij het wegmaken van het lichaam. Na vele verhoren, bekende ze dit voorjaar verantwoordelijk te zijn voor de dood van Ichelle.

In de winkel heeft Sandra H. het lichaam van Ichelle vijf weken verborgen gehouden. Met een elektrische zaag is het lichaam in negen stukken gezaagd, die zij in het afwateringskanaal in Retranchement heeft gedumpt. Haar dertienjarige zoon en een vriendje hebben geholpen met het tillen om een doos, waar een lichaamsdeel in zat, in de auto te krijgen.

De rechtbank rekent het Sandra H. zwaar aan dat zij het lichaam lang verborgen heeft gehouden, delen van het lichaam heeft gedumpt en pas 16 maanden later een verklaring heeft afgelegd.