Geen feestje maar mensenhandel via jacht, justitie eist dertig maanden cel

Acht Albanese mannen op een zeilboot met alleen water en brood aan boord: dat duidt volgens Justitie niet op een feestje, maar op mensensmokkel. De twee verdachten die vanmorgen terecht stonden in de rechtbank van Middelburg, houden vol dat het niet de bedoeling was om naar Engeland te varen en de mannen over de grens te helpen.
De jachthaven van Colijnsplaat
De jachthaven van Colijnsplaat (het jacht uit het verhaal staat niet op de foto) © Vivian Kramer
Justitie eiste dertig maanden cel tegen de 52-jarige Albanees en de 36-jarige Belg. De Albanees was in augustus 2018 speciaal vanuit Albanië naar Nederland gekomen om de zeilboot te besturen. De Belg had getekend voor de huur van het zeiljacht, bij een verhuurbedrijf in Yerseke.

Acht mannen op een zeilboot

Het was een medewerker van dat verhuurbedrijf die de politie belde toen de Belg in eerste instantie geen lijst van de bemanning kon ophoesten. Een paar dagen later kon hij dat wel en voer naar Colijnsplaat. Daar kwam de marechaussee aan boord. Zij vonden acht mannen, in het ruim van het schip, de gordijnen dicht en aan boord alleen water en brood.
De verdachte uit Albanië heeft verklaard dat hij was ingehuurd om te gaan varen met een gezelschap dat wilde feesten. Hij had geen vaarbewijs, maar hij had in Albanië wel eens gevaren. Zijn vlucht en hotelkosten waren voor hem betaald. "Hij wilde een gegeven paard niet in de bek kijken door te veel kritische vragen te stellen", aldus zijn advocaat.

Prostituees uit Brussel

De verdachte uit België denkt dat hij is misbruikt door twee vrouwen, twee Albanese prostituees, die hij kent door zijn werk als taxichauffeur in Brussel. Omdat Albanezen altijd worden geweigerd bij verhuurbedrijven voor boten, moest hij mee om voor de huur te tekenen. "Hij dacht misschien dat er wat voor hem in het vat zat op die boot", zei zijn advocaat. "Er was sprake van een soort katvangerssituatie."
Dat het vier en een half jaar heeft geduurd voordat de rechtszaak kon plaatsvinden, ligt volgens de officier aan een aantal dingen: het duurde door corona een tijd voordat een getuige in België kon worden gehoord en bij een eerdere planning van de zitting was men vergeten de advocaat van een van de verdachten op de hoogte te stellen. Omdat het zo lang heeft geduurd, trok ze twee maanden af van de eis die ze aanvankelijk op het oog had.
De rechtbank doet op 6 februari uitspraak.

Lees ook: