Motorcrosser Nancy van de Ven had 'ziek veel pijn', maar is inmiddels weer thuis

Het seizoen zat al vol tegenslagen voor Nancy van de Ven. Het klassement van de huidige wereldkampioen motorcross was voor dit weekend al verloren door mechanische pech en valpartijen. Afgelopen zaterdag ging de Vlissingse bij de GP van Frankrijk opnieuw onderuit, nadat ze in botsing was gekomen met een andere coureur. Resultaat: een gebroken kuit- en scheenbeen, waardoor het seizoen direct ten einde kwam.
Nancy van de Ven thuis na blessure
Direct nadat Van de Ven van haar motor was gevallen, dacht ze nog niet aan de pijn of haar verwondingen. "Ik dacht eerst: hier lig ik weer, terwijl ik zo graag een goede uitslag wilde neerzetten." Maar het duurde slechts luttele seconden voordat ze over die teleurstelling heen was. "Ik had echt zieke pijn in mijn scheenbeen." Van de Ven herkende de pijn meteen vanwege haar eerdere dubbele onderbeenbreuk.

Pin in scheenbeen

Ze werd van het parcours af gedragen en meteen naar een Frans ziekenhuis gebracht. "Daar hebben ze mijn been gestabiliseerd, daarna zijn we naar België gereden." Van de Ven wilde per se daar geopereerd worden, omdat er bij haar vorige beenbreuk veel misging. "Ze hebben nu een pin in mijn scheenbeen gedaan en mijn kuit- en scheenbeen zijn tijdens de operatie weer recht op elkaar gezet."
Nancy van de Ven in haar ziekenhuisbed
Van de Ven ligt de komende weken vooral in het ziekenhuisbed © Omroep Zeeland
"Vallen is een deel van de sport", legt Van de Ven uit. "Vorig jaar werd ik wereldkampioen en dan vergeet je alle pijn. Maar dit jaar is het alleen maar ellende. Als je dan een goede uitslag zou rijden, dan kun je het beter relativeren. Dan weet je weer waarvoor je het doet. Maar als je dan nu hier ligt in dit kloteseizoen, dan valt het allemaal een stuk zwaarder."

Seizoen is klaar

Daarmee zit na drie WK-wedstrijden het seizoen voor Van de Ven er al op. De kans op titelprolongatie was door eerdere resultaten al verdwenen, maar het is extra zuur dat ze dit jaar niet meer kan rijden. Eerst maar herstellen. "Voordat ik weer op mijn been kan steunen zijn er al zes tot acht weken voorbij. De komende maanden ben ik hier wel zoet mee."