'Checkpoint misbruikte het gedoogbeleid'

'Checkpoint misbruikte het gedoogbeleid'
DEN HAAG -
De coffeeshop was in de ogen van Valente ingericht op het verkopen van grote hoeveelheden softdrugs. De shop bediende op het hoogtepunt meer dan 2000 klanten per dag. De shop creëerde de voor Nederland ongekende vraag door het aanbod. “Het aanbod was groot en dus kwamen er veel mensen op af”, zo redeneert de officier van justitie.

Misbruik

Volgens hem is er door de coffeeshop misbruik gemaakt van het Nederlandse gedoogbeleid. De coffeeshop werd door de gemeente Terneuzen jaren gedoogd omdat de shop de illegale verkoop en handel in softdrugs zou tegengaan. “Maar, in feite is de illegale handel niet gestopt. De verkoop was legaal, maar de handel achter die verkoop niet”, aldus Valente.

Voorraad

Justitie startte eind 2006 een gerechtelijk onderzoek naar de handel en wandel rond Checkpoint. Dat leidde in juni 2007 tot een inval, waarbij een te grote voorraad softdrugs werd aangetroffen in de coffeeshop en andere panden. Een jaar later volgde een tweede inval, ook toen had Checkpoint zich niet aan de toegestane voorraad gehouden.

Getuigenverhoren

Het is vandaag de laatste dag van de getuigenverhoren in de hoger beroepszaak Checkpoint. Eerder werden ondere andere oud-coffeeshopmedewerkers en burgemeester Jan Lonink van Terneuzen als getuigen gehoord. Het Openbaar Ministerie en medewerkers van de coffeeshop besloten in hoger beroep te gaan na de uitspraak van de rechtbank in Middelburg in maart 2010. De rechtbank veroordeelde de medewerkers voor deelname aan een criminele organisatie.

Te laag

Het Openbaar Ministerie vond de opgelegde straffen te laag. De eigenaar en medewerkers van Checkpoint kwamen vrij omdat ze gevangenisstraffen gelijk aan het voorarrest of lager kregen opgelegd. Medewerkers van de coffeeshop zijn van mening dat Checkpoint alleen maar zo groot kon worden door de medewerking van de gemeente Terneuzen.
De zaak gaat op 5 december verder.