Hoge Raad: Zeeland moet 16 miljoen boete betalen

Hoge Raad: Zeeland moet 16 miljoen boete betalen
Hoge Raad: Zeeland moet 16 miljoen boete betalen © OZ
Provinciehuis - archieffoto
Provinciehuis - archieffoto © OZ

Geld gereserveerd

MIDDELBURG - Deze uitkomst is geen verrassing voor de provincie. In een eerste reactie laat de provincie weten dat er al rekening gehouden werd met dit scenario en dat hier al geld voor was gereserveerd. De totale kosten lopen op tot zo'n 16 miljoen euro.

Langlopend conflict

Dit is de uitkomst van een langlopend conflict tussen de provincie en de Belastingdienst. Zeeland bood in 2013 alle provincieambtenaren van 57 jaar en ouder een zogenoemde non-activiteitenregeling aan, in de volksmond ook wel een vertrekregeling genoemd. De opstappende ambtenaren krijgen in de regeling tot aan hun AOW betaald verlof, met behoud van een groot deel van hun salaris.

Sociaal statuut

Normaal gesproken zou de provincie mensen uit alle leeftijdscategorieën naar huis sturen, maar vanwege afspraken die waren vastgelegd in een sociaal statuut kon dat in dit geval niet bij de provincie. Er hebben uiteindelijk 159 ambtenaren gebruik gemaakt van de regeling, 83 procent van alle provinciemedewerkers van 57 of ouder.

Reorganisatie

Het doel hiervan was kostenbesparing. Door rijksbezuinigingen en wegvallende provinciale taken was volgens de provincie een reorganisatie noodzakelijk en was deze regeling bovendien de enige manier waarop dit kon worden gerealiseerd. 

Boete

Volgens de Belastingdienst valt dit onder de noemer 'regeling voor vervroegde uittreding' en de dienst legde daarom de provincie een boete op van 52 procent. Die boete is in het leven geroepen om VUT-regelingen te ontmoedigen. De provincie Zeeland was het daar niet mee eens en spande een rechtszaak aan.

Doel van de regeling

De argumentatie van de provincie steunde globaal gezien op twee punten. Ten eerste was dit volgens de provincie de enige manier om de benodigde bezuinigingen te halen. En daarnaast moet volgens de provincie gekeken worden naar het doel van de regeling in plaats van naar de uitwerking. Volgens de provincie was het doel in dit geval om medewerkers een uitkering te verstrekken, niet om ze te ontslaan.

Rechtbank

De Belastingdienst vindt dat de uitkomst, het vertrek van de ambtenaren, wel moet worden meegewogen. Dus valt het volgens de dienst onder de noemer 'regeling voor vervroegde uittreding' en moet de boete gewoon worden betaald. De rechtbank in Breda gaf de Belastingdienst gelijk. 

In cassatie

De provincie ging in hoger beroep en sloeg daarbij de stap naar het gerechtshof over. Zeeland ging rechtstreeks in cassatie bij de Hoge Raad. Maar de Raad sluit zich nu dus aan bij het oordeel van de rechtbank, dus moet de provincie de boete betalen. Klik hier voor het volledige vonnis van de Hoge Raad.

Verzet

Overigens was bij de invoering van de regeling meteen veel verzet tegen dit plan. De oppositiepartijen SP, D66, GroenLinks en Partij voor Zeeland dreigden een motie van wantrouwen in te dienen tegen het dagelijks provinciebestuur of tegen de gedeputeerde, omdat het besluit was genomen zonder medeweten van Provinciale Staten.