Wanneer zet je wel of niet je mistlampen aan?

Wie over de Zeeuwse wegen rijdt, ziet volstrekte willekeur wat betreft van het gebruik van mistlampen. De één zet ze wel aan en de ander niet. Maar hoe zit dat nou eigenlijk? Wat zijn de regels?
Dichte mist op de A58 bij Goes
Dichte mist op de A58 bij Goes © Buzzer1981 op Twitter
Maandag was dit ook het onderwerp van de stemming op omroepzeeland.nl. Bezoekers konden reageren op de stelling: Ik weet wanneer ik mijn mistlamp aan moet zetten. Van de stemmers meende 86 procent dat te weten. Maar de praktijk geeft een ander beeld.
Veel automobilisten zetten hun mistlampen aan terwijl dat helemaal niet de bedoeling is. Zo zijn er bestuurders die met de felle rode mistlampen aan door de Westerscheldetunnel rijden, waar logischerwijs geen mist hangt. Of ze zetten hun mistlichten aan terwijl er ruim voldoende zicht is. Dat is niet alleen irritant voor andere weggebruikers, het is zelfs strafbaar: je kunt er een boete voor krijgen van 140 euro.
Voor het niet of foutief voeren van verlichting gelden hoge boetes. kapot remlicht of onnodig mistlicht: €140,- https://t.co/5ChwedJtBU pic.twitter.com/YnhdScyUUB
De regels zijn duidelijk: de rode mistlampen achterop de auto zet je pas aan als het zicht minder wordt dan vijftig meter. Maar hoe bepaal je dat? Hoe weet je wat vijftig meter is? En wat is zicht? Moet het helder zicht zijn of gaat het er bijvoorbeeld om dat je de rode achterlichten van je voorganger ziet?
Rijschoolhouder Ruud Hosamsooi van Verkeersschool De Bogerd in Dreischor heeft een duidelijke vuistregel: kijk naar de hectometerpaaltjes. Zo'n paaltje staat iedere honderd meter, dus als je ongeveer halverwege twee van die paaltjes rijdt en je kunt de eerstvolgende nog niet zien, dan moet je de mistlampen aanzetten. Als je die kunt vinden tenminste, want ze zitten in ieder automerk weer ergens anders.
Rijschoolhouder Ruud Hosamsooi van Verkeersschool De Bogerd in Dreischor heeft een duidelijke vuistregel
Sommige auto's hebben ook mistlichten aan de voorzijde van de auto. Dat is een tweede set voorlichten die extra laag zitten en je zicht in de mist moeten verbeteren. Die mag je aanzetten als je 200 meter zicht hebt of minder.
Naast de mistlichten is het ook belangrijk om de gewone verlichting van de auto aan te zetten. Dat is vooral een probleem in veel moderne auto's die de lichten automatisch aanzetten als het donker wordt. Met als gevolg dat je onverlicht rondrijdt door de dichte mist, waardoor je niet of nauwelijks zichtbaar bent voor andere weggebruikers.
Met mist is het niet handig om de stand van de verlichting op automatisch te zetten. Het gevolg is dat je geen verlichting voert. #zichtbaar pic.twitter.com/8aQijSgXv5
Een ander discussiepunt is de snelheid. Waar de één zich opwindt over automobilisten die op de A58 ondanks de dichte mist 130 kilometer per uur blijven rijden, ergert de ander zich juist aan mensen die vanwege de mist 80 gaan rijden, waardoor ze voor andere weggebruikers plotseling uit de mist opdoemen.
Het advies van Hosamsooi sluit zich eerder aan bij de langzame automobilisten. Zijn vuistregel is: halveer je snelheid. Dus dan kom je op de A58 zelfs onder de 80 kilometer per uur uit. Maar dat geldt dan wel alleen voor de omstandigheden waarbij je ook je mistachterlicht aanzet, bij minder dan vijftig meter zicht dus.
Als je verder kunt kijken dan kun je beter ergens tussen die twee extremen in gaan zitten, in dit geval ergens tussen de 130 en de 80 kilometer per uur dus. Hebben de hardrijders toch ook nog een beetje gelijk...