'Scheepsramp keerpunt voor rampenbestrijding Westerschelde'

BATH -
Na de botsing op de Westerschelde vloog één van de olietankers, de Miraflores, in brand. Negen bemanningsleden kwamen daarbij om het leven.

Nauw van Bath

Volgens maritiem publicist Cor Heijkoop uit Vlissingen is het ongeluk in 1963 een keerpunt voor de rampenbestrijding op de Westerschelde geweest. Het ongeluk was namelijk de aanleiding voor de zogenoemde waakvlam-overeenkomsten. Daarbij worden sleepboten ingezet voor de eerste hulpverlening op het water. De overeenkomsten zijn onlangs nieuw leven ingeblazen. Heijkoop schreef in 2009 een boek over de scheepsrampen in het Nauw van Bath met de titel 'De Duvel zit in het water'.

Botsing

Op 25 februari 1963 raakte de Panamese olietanker Miraflores uit koers door de sterke stroming. De tanker kwam daardoor op de vaarroute van de Engelse tanker Abadesa terecht. Ze ramden elkaar en de Miraflores, met 30.000 liter ruwe olie aan boord, vloog direct in brand. Sommige bemanningsleden sprongen in het ijskoude water om aan de vlammen te ontkomen. De negen slachtoffers waren allemaal afkomstig van de Miraflores.

Opvang

Een deel van de opvarenden van de Engelse tanker Obadesa zijn na de ramp opgevangen in het dorphuis Kaj Munck in Hansweert. Vader van de zussen Coby Ederveen en Marijke Tibbe was de uitbater van het gebouw. Omdat hun vader nauwelijks Engels sprak, vroeg hij zijn dochters, toen 16 en 18 jaar oud, om te helpen. De overlevenden van de Miraflores zijn opgevangen in Bath.